De suikerfabriek (7)

Ik ben een kleuter tussen de goden, schreef ik aan het eind van mijn vorige stukje. Ik had het in die vorm al geplaatst en toen heb ik de woorden toch weer geschrapt, omdat ik ze ritmisch gezien niet vond kloppen – te nadrukkelijk. Maar het beeld bleef mij bij. Ik zag mij als een kleuter dribbelen tussen de torenhoog oprijzende goden met hun machtige voorkomens en hun bijna tijdeloze weten. Ik keek glimlachend omhoog, er wel acht op slaand dat zij niet op mij trapten. Niet dat zij op mij wilden trappen, hoewel er ook types tussen zitten die er gemene streken op na houden, maar ja, wanneer je zo verheven bent, zie je het kleine alledaagse makkelijk over het hoofd. Die goden zijn met zulke grote belangen bezig. Daar heb je als kleuter geen benul van.
Natuurlijk vrees ik die machten. Ik zou wel gek zijn als ik het niet deed. Maar dat wil niet zeggen dat ik stilval of inkrimp. Ik draag zelf ook een lichtje. Vrezen is goed, verschrompelen niet. Dat is een les die ik heb moeten leren. Al die reuzen, al die geweldige mensen, vermeend of feitelijk, zien niet wat ik, het kleintje op de weg, zie. Mijn positie kan alleen maar door mij worden ingenomen.

Als ik mijn positie niet inneem, verhef ik mij de ene keer en verklein ik mij de andere keer. Een soort manisch-depressieve pendelbeweging, waaraan, vermoed ik, iedereen onderhevig is zolang hij niet zijn plaats inneemt in het weefsel. Mijn vrouw heeft mij vanaf het begin van onze verhouding geholpen mij niet te verheffen boven mijzelf en ook mijn licht niet onder de korenmaat te stellen. De laatste jaren, sinds zij lijdt aan de ziekte van Alzheimer, leer ik van heel dichtbij van haar hoe het is om klein groot te zijn.
Zij verliest eigenlijk voortdurend vermogens – vermogens die zij had, waar zij trots op was, waar zij haar zelfbesef aan scheen te ontlenen. En niet alleen verliest zij ze, ze merkt ook dat zij ze verliest en ze weet dat dit onomkeerbaar is. Een voortdurende oefening in erkenning van werkelijkheid, in bescheidenheid en zijn zonder voorbehoud.
Ik bewonder haar moed en oprechtheid, hoe zij zich zich steeds weer opricht, maar eigenlijk valt dat niet te bewonderen. Zo is zij nu eenmaal. Wat ik bewonder is dat zij in de praktijk is zoals zij is. Dat zij zo is in de praktijk noem ik liefde. Zij zou zo makkelijk, nu de beheersing en de macht wegvalt, voor de negatieve macht kunnen kiezen – van zelfmedelijden,  van schuld en beschuldiging, van hatend terugtrekken.
Ik houd van haar. Ik zie, juist nu de functies en vermogens wegvallen, hoezeer ik houd van dat licht, dat door haar heen straalt en in haar tot haar wordt. Het licht is niet gebroken, het is zelfs, durf ik te zeggen, vrijer dan ooit. Het overzicht, de planning is weg, de nabijheid is groot.
De macht is weggevallen, de liefde is vrijgekomen. Nee, dit is niet juist, de macht, de wil, is niet weggevallen. Integendeel: de macht, de wil, is beschikbaar gekomen als brandstof voor liefde. Liefde is het meest eenvoudige en het vraagt alles.

Naar mijn vaste overtuiging begeeft iedereen die doorschiet in macht en daarbij de liefde vergeet zich op een doodlopende weg. Die twee dienen samen te zijn en samen te werken. Macht is de brandstof, liefde is de richting.

Dat wil dus ook zeggen dat de liefde de wil nodig heeft. Daarover een volgende keer.

(wordt vervolgd)

Geplaatst in Hans' weblog
4 comments on “De suikerfabriek (7)
  1. Nel schreef:

    Niets aan toe te voegen… mooi… Dank X

  2. janneke Blijdorp schreef:

    “ALs ik mijn positie niet inneem, verhef ik mij de ene keer en Verklein ik mij de andere keer”. En: “mijn positie kan alleen door mij ingenomen worden”. Deze woorden raken me Hans. EN ik denk er meteen bij: als ik mijn positie niet inneem, leef ik mijn leven niet.
    Liefde geeft richting, dat zie ik steeds duidelijker. Ook dat de liefde de wil nodig heeft. Dat macht de brandstof levert kan ik nog niet van binnen uit ervaren/ beamen. Ik wacht met spanning je uitleg in de volgende editie af.

  3. Jozien schreef:

    Wat mooi dat jullie beiden in deze omstandigheden die toch zeker niet eenvoudig zijn, toch trouw blijven aan wat je weet en alert zijn om ook daarin zo dichtbij de kern te blijven.
    Ik vind het zo mooi om te zien hoe de liefde in jullie beiden vaardig blijft en eigenlijk zelfs is toegenomen!
    Het ervan uitgaan dat je altijd moet spelen met de kaarten die je in het leven krijgt; zoals jullie dat beiden doen is heel inspirerend. Ik zou nooit voor mogelijk hebben gehouden dat deze levensregels door dik en dun toegepast kunnen worden. Dank jullie wel en wat een prachtige serie is dit!

  4. Petra Bos schreef:

    Dank je wel, lieve Hans, wat maak je weer met een prachtig helder beeld duidelijk hoe het is.
    Een hartegroet van Petra

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*