Een droom van lang geleden (4)

De tweelingbroer, die ik ontmoette in de wachtkamer van juffrouw Hofmans, vond ik wel een interessant en verblijdend ornament van de droom, maar ik had er begripsmatig weinig contact mee. Ik las in die tijd veel van Jung en zijn leerlingen en ik dacht: ‘Het zal wel iets archetypisch zijn’ – een mooi breed begrip dat goed als stoplap kon fungeren. Ik ging vervolgens van alles lezen over de dubbelganger en de tweelingbroer door de eeuwen heen, over de tweelingbroer in sprookjes en sagen en nog zo het een en ander. Beslist de moeite waard, maar het bracht mij niet verder. Ik kon het niet op mijzelf toepassen.

Nu, terugkijkend op mijn leven, ben ik verbaasd dat ik mijzelf zo slecht kende. ‘Zwei Seelen wohnen, ach! in meiner Brust’ sprak Faust. En zo beleefde ik het ook. Vanaf het eerste begin. Ik wist niet anders; misschien dat ik het daarom niet wist.
Nu ken ik het als een levensgegeven. En nu zie ik ook dat ik mijn leven lang te maken heb gehad met deze andere die ik ook ben. Of om het nog preciezer te formuleren: dat degene die zichzelf ‘ik’ noemt steeds weer te maken heeft gehad met een alternatief ‘ik’, waarmee hij worstelde, waarvoor hij op de vlucht was, waarmee hij het op een onmogelijk akkoordje probeerde te gooien en waarmee toch gaandeweg zo’n verzoening heeft plaatsgevonden, dat het eigenlijk niet meer duidelijk is wie ‘ik’ is en wie ‘die andere’.

Al als kind wist ik dat aan de andere kant het geheim was. Daar was de oplossing voor de bijna onhoudbare spanning hier aan deze kant. Maar het probleem was dat ik altijd hier was en nooit aan de andere kant.
Ik was een druk en driftig kind, dat zich moeilijk in banen liet leiden. Altijd was er iets anders dat boven de situatie uit riep en waaraan ik gehoor moest geven. Als we met de familie in de Scheveningse duinen een wandeling maakten en bij een tweesprong rechtsaf gingen, kreeg ik een woedeaanval omdat ik linksaf wilde, bang te missen wat er daar aan de andere kant was. Ik wierp mij op de grond en hoorde mijn ouders zeggen: ‘Hans, alsjeblieft, houd op met die onzin!’, maar voor mij was het geen onzin, voor mij was het een zaak van leven of dood. Ik wilde zowel links- als rechtsaf gaan. Het gaf mij groot ongenoegen dat beide niet mogelijk was.
Zelfs als mijn ouders toegaven en wij naar links gingen in plaats van naar rechts, was ik teleurgesteld, omdat ik nu misliep wat daar rechts was. Ik begreep dat hetgeen ik wilde onmogelijk was, maar het willen was sterker dan het begrijpen en eiste steeds weer het onmogelijke.
Mijn arme ouders hadden heel wat met mij te stellen. Het waren lieve mensen, die zelf ook niet al te eenduidig waren, maar dit ging toch hun bevattingsvermogen te boven. Ze begrepen niet wat er aan schortte en ik kon het niet uitleggen, want ik wist het zelf niet. Het was vuur, dat niet in tweeën wilde, dat alles wilde, zonder geduld, zonder straks, nu meteen.

Steeds probeerde ik in mijn leven een rechte lijn te volgen en steeds, alsof de duivel ermee speelde, werd de rechte lijn doorbroken en kwam er iets anders vrij, dat ik na veel gedoe ging volgen en verder uitbouwen, totdat ik na enige tijd meende dat ik nu eindelijk echt mijn rechte lijn had gevonden, en dan werd ook deze lijn weer doorbroken, alsof de duivel ermee speelde, en dan kwam er weer iets anders vrij, totdat…
Jaar na jaar. Steeds weer het andere dat ook aan bod wilde komen. Steeds weer de worsteling. Totdat ik echt ging beseffen dat het niet de duivel is die met mij speelt, maar dat ik zo in tweeën gebakken ben en dat die twee met elkaar mijn levensspel spelen.

Natuurlijk gaat bij iedereen het leven in een slingergang, Het leven kent geen rechte lijn. Maar door mij worden er voortdurend haken geslagen alsof ik een voortspoedende haas ben, vooral waar het mijn werk in de wereld betreft en de functie die ik vervul. Ben ik schrijver van gedichten en verhalen of schrijver van spirituele teksten, ben ik therapeut, ondernemer met pensioen, wereldverbeteraar, geestelijk leraar, droomduider, astroloog, reisleider, jood of christen, boeddhist, non-dualist? Zeg het maar.
Alles tezamen en geen van allen. Onder geen hoedje te vangen. En toch.
Ik ben: en toch. Of beter nog, ik ben: tot zover.
Zet dat maar eens als beroep op je belastingaangifte.

In die droom bij juffrouw Hofmans was er een eerste gevoelsmatige herkenning van die andere die ik ook ben. Nadat ik mijn tweelingbroer had omhelsd, kwam juffrouw Hofmans de trap af naar de wachtkamer waar ik zat. De herkenning van de eeuwige andere die ik ook ben opende voor mij en ons de mogelijkheid dat dit geestelijk beginsel, juffrouw Hofmans, geheel in mijn/ons bestaan, in mijn/onze ziel en mijn/onze persoonlijkheid, zou afdalen en mij/ons zo van binnenuit tot inspiratie zou zijn.

Bij iedere overgang moet er een tol betaald worden. De prijs die ik moest betalen om deelachtig te kunnen zijn aan de nieuwe werkelijkheid was in de eerste plaats dat ik mijn zelfwaarneming met de daarmee verbonden logische verwachtingen achter mij moest laten omdat er iets anders was (de engel, de lichtgestalte) dat mij liever was en vervolgens dat ik moest beamen dat die andere (die ik dikwijls ervoer als een duistere gestalte, een ordeverstoorder) bij mij hoorde en in feite mijn geliefde tweelingbroer was met wie ik in het reine moest komen.

(wordt vervolgd)

 

Geplaatst in Hans' weblog
6 comments on “Een droom van lang geleden (4)
  1. Els schreef:

    Zeer herkenbaar:
    En En.
    Wat een rijkdom.

  2. Olga van der Linden schreef:

    Oh wat ben ik blij dat je dit met ons deelt, Hans. Ook ik zit in een overgang maar wil alleen het licht maar ervaren en ben zo bang mijn donkere kant steeds te voelen. Ik ga toch proberen die te omarmen zodat ik meer kan helen.

  3. Pieternel Van Deursen schreef:

    Wat heeft “U” breed mogen, kunnen, willen, durven aarden en…. delen, waarvoor een diepe buiging!

  4. martje buning schreef:

    inderdaad, ik ook, bijna zonder te ademen. Vuur wat niet in 2-en wilde. Wat een kracht!

  5. Debbie schreef:

    Wat een mooie en heldere aanvulling op wat ik al van je kende/wist.

  6. wouter schreef:

    Bijna ademloos gelezen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*