Hulp (5)

De laatste woorden van de vorige aflevering waren: Ik besefte toen nog niet dat ik niet alleen werd geholpen, maar dat ik mij ook liet helpen. En dat het je laten helpen een activiteit is. Ik werd niet alleen verlost, ik bood mij ook aan en zette mij in.
Het lag voor de hand dat ik mijn betoog zou voortzetten door dieper in te gaan op het thema van het je laten helpen, hoe je met andere woorden de Hulp tegemoet kunt gaan. Daarover is veel geschreven en ik zocht allerlei citaten bij elkaar uit de geschriften van geestverwanten. Ik begon te rangschikken en te schrijven en toen werd opeens de voortgang doorkruist door herinneringen die opwelden aan mijn kindertijd, aan mijn vader en moeder en Jezus. Het waren warme en krachtige herinneringen waarop ik graag nu verder ga.
Ik ga ervan uit dat ik via deze herinneringen terugkeer bij de lijn die ik aan het volgen was. Het is schering en inslag.

*

Mijn moeder was niet kerkelijk opgevoed, maar toen mijn vader en moeder met elkaar wilden trouwen, moest zij belijdenis doen en toetreden tot de Kerk, anders gaven mijn grootouders geen toestemming voor het huwelijk. Het gevolg was dat mijn moeder op catechisatie ging en voor het eerst van haar leven in contact kwam met de Bijbel. Leerstellige vragen interesseerden haar niet; de antwoorden daarop leerde zij uit haar hoofd. Met de Bijbel daarentegen voelde zij meteen een sterke verwantschap. Dat boek had voor haar niets met geloven te maken, het beschreef het leven zoals zij wist dat het was: vol avonturen, menselijke vergissingen, splijtende conflicten rond jaloezie, verraad en verlies, hartstochtelijke liefde en stille toewijding, dit alles omlijst door een Opperwezen dat de goeden beloonde en de kwaden strafte. Zo was het altijd geweest, zo was het nog steeds, wist zij. En deze verhalen gaf zij graag door aan haar zoon die een paar jaar later werd geboren.
Zij las mij al heel jong voor uit de kinderbijbel. Adam en Eva, Jakob en Ezau, Koning David, Jona, de discipelen en Jezus leerde ik via haar niet in de eerste plaats kennen als historische gestalten, maar als personen die nu bestonden en die zij, mijn moeder, van nabij kende. Het was haar innerlijke familie, met wie zij pas op latere leeftijd had kennisgemaakt.
Van deze innerlijke familie was Jezus haar ongetwijfeld het liefst. Deze Jezus, die in Bethlehem was geboren, was een genezer van lammen en blinden en melaatsen, die door de mensen ontzettend slecht werd behandeld, maar toch zijn liefde bleef geven, tot in de dood toe. Het opmerkelijke was dat de eerbied, die je wel voor hem moest voelen, niet verhinderde dat je heel dicht bij hem kon komen.

De intieme verhouding tot de Bijbelse figuren, deze nabijheid en eerbied tegelijkertijd, is ook later, toen ik mij zelf in de joodse Bijbel en het Nieuwe Testament ging verdiepen de kern gebleven. Hoeveel ik ook las, hoezeer ik ook studeerde, het bleven boeken over het leven, mijn leven. Dat heb ik aan mijn moeder te danken. Zij heeft mij dat met de paplepel ingegeven, en misschien wel eerder nog: met haar melk.
En ook mij was van alle Bijbelse gestalten Jezus het meest nabij. Jezus van Nazareth, die soms Jezus Christus werd genoemd of zonder meer Christus. Hoe hij ook werd genoemd, hij was de allergrootste en tegelijk het meest vertrouwd.
Er is in mij een tederheid, waar ik als jongen afstand van nam en waarvan ik in de puberteit helemaal niets moest weten, een tederheid die ik ook als man eng bleef vinden, maar die ik nu ken als eigen aan de grond van mijn bestaan. Deze tederheid heb ik voor het eerst ervaren in mijn kinderlijke liefde voor Jezus. Jezus, die de zieken genas, ja zelfs de doden weer tot leven bracht, die er voor iedereen was die hem om hulp vroeg, en dus ook voor mij.

(wordt vervolgd)

Geplaatst in Hans' weblog
4 reacties op “Hulp (5)
  1. Suzanne schreef:

    Beste Hans, Dank u wel dat u dit aansnijdt. ‘De hulp tegemoet gaan’…uitreiken en je beschikbaar stellen voor hulp. De hulp ís er dus kennelijk al en wacht op afroep. Mooi dat u benoemt dat dat inzet vraagt en een eerste stap. Misschien wel een grote sprong, om op te geven dat ik het niet allemaal wel zelf kan of weet. Ik hoorde ooit over het beeld van een trein met engelen die vanaf de andere kant naar mij toe in beweging komt vanaf het moment dat ik oprecht om hulp vraag. Zo ongeveer ervaar ik het wel in mijn eigen leven.
    Hoe zit het nou met autonomie en overgave?
    Ik zie uit naar het vervolg!

  2. Anita schreef:

    Dankjewel Hans …En dat het je laten Helpen een activiteit is….en dank voor al deze verhalen omtrent Hulp…
    Zie uit naar zaterdag en de meditatieweek …

    Liefs van Anita …

  3. Jeannette van Uffelen schreef:

    … mijn kinderlijke liefde voor Jezus …

    ‘Voorwaar, zeg ik u. Indien gij niet zijt als kinderen, zult gij het koninkrijk gods niet beërven.’ Zelden citeer ik uit de bijbel, maar als ik het doe is het meestal deze. Of: ‘Klopt, en u zal opengedaan worden.’

    En of je nu wel of niet iets met de bijbel hebt, deze spreuken doen altijd goed.

  4. Eveline Mulder schreef:

    Ik begrijp uw respons maar zal voor dit moment even niet verder reageren.
    Te moe

    Hartelijke groet,
    Eveline Muldder

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*