Partners (2)

Een herinnering aan iets meer dan 40 jaar geleden. Ons huwelijk dreigde op de klippen te lopen. We konden niet meer met elkaar praten zonder ruzie te maken, het was vreselijk en het leek uitzichtloos. Het duurde maanden, we vreeën niet meer, we werkten alleen maar, dat was het enige wat ons nog verbond, plus de zorg voor de kinderen.
En toch was daar achter alles, achter al mijn onmin en verlatenheid, het oog dat haar zag en dat zag dat zij mij zag. Mijn stille oog. Haar stille oog. Onafgebroken aanwezig, maar toch konden we elkaar niet bereiken. Twee koningskinderen. Het was te druk op de voorgrond. Te veel wrok, te veel ‘jij eerst’. Trots en hard werken, een noodlottige combinatie in een liefdesrelatie.

Toen kwam onverwacht dat gedichtje, een vierregelig versje in het Engels. We zaten samen in de kamer, de kinderen waren naar bed, en we gingen niet kiften. We zaten zonder iets te zeggen bij elkaar. Moe van het vechten. Moe van het gelijkhebben. Wat ik mij herinner is dat ik het voorlas en wat daaruit voortkwam.
Het was een teer gedichtje, absoluut niet een verwoording van onze beknelling. Het gaf weer wat ik wist maar niet wilde erkennen, omdat ik niet wilde verliezen, niet de mindere wilde zijn.
Gelukkig was de dichter sterker dan de winnaar. Misschien moet ik zeggen: gelukkig was de ijdelheid van de dichter sterker dan de ijdelheid van degene die wilde winnen. Hoe het ook zij, dit waren de vier regels:

Golden light is shining
from within your face.
Now the night is waning,
thanks to Your Grace.

Ik las het voor en ik zag dat het waar was. Ik was het licht vergeten, het licht dat mij via haar toestroomde. En ik was de genade vergeten.
De eerste jij van het gedichtje was mijn vrouw en de tweede Jij was de genade, het geluk van met haar opgenomen te zijn in Eenheid. Het was eigenlijk één Jij met twee aangezichten.
Ik wist en voelde: dit was de essentie van onze verhouding en het werd essentie die gebeurde doordat ik het uitsprak. Doordat ik het tegen haar uitsprak.
De nacht week. We keken elkaar weer aan, voorbij de woorden en begrippen. En ook dat was genade. Het gebeurde ter plekke.
Het licht stroomde binnen. En daarna hebben we maanden, misschien wel jaren, nodig gehad om het licht te consolideren. Zo noem ik dat nu. Dat we vanuit het licht keken en we niet meer spiritueel bipolair waren.

Daarmee was die avond niet voorbij. Ik wist dat het niet een gedicht was dat gezegd moest worden, maar een song die gezongen moest worden. Het was veel meer vloeibaar dan statisch en ik hoorde de melodie in mijn hoofd. Maar ja, ik kan niet zingen. Ik ben een man van het woord, maar in het vloeibare van de melodie ben ik een stotteraar. Wat dat betreft ben ik gehandicapt. Zeker in verhouding tot Hanneke die alles kan zingen en die ook graag zingt. Nog steeds. Van Que sera sera tot Lay Lady Lay tot het Tweede pianoconcert van Beethoven.
Ik vertelde Hanneke dat ik de melodie in mijn. hoofd hoorde. Zij zei: ‘Waar lijkt het op?’
Ik zei: ‘Het is niet een song die ik ken. Het lijkt wel kerkmuziek.’
‘Kan je het toch niet proberen te zingen?’
Ik probeerde het. Het leek nergens op. Maar zij kreeg daardoor wel een idee van richting, van de soort melodie die het kon zijn. Zij zong terug wat zij dacht dat ik probeerde uit te drukken. Het leek erop, maar het was het niet. Zij vroeg mij het nog een keer te proberen, en weer, en nog een keer. Ik deed het, probeerde het, stamelde. Tot zij toch de draad te pakken kreeg en het enigszins begon te lijken op wat ik hoorde vanbinnen. Toen werd het makkelijker, want nu kon ik haar bijsturen, iets meer omhoog, iets meer omlaag. Tot het klopte en zij de melodie precies zo zong als ik haar in mij hoorde.

Toen kwam de volgende stap: zij ging mij de melodie leren. Dat was minder moeilijk, want ik kon nu met mijn stem tegen haar stem aanleunen. We zongen het samen. Vele malen. Terwijl we elkaar aankeken. Na al die tijd van kilte en afstand. En weer gebeurde wat we zongen. Nu over en weer. The night was waning.

*

Scenes uit een huwelijk. In de film van mijn leven is dit een van de centrale gebeurtenissen. Hier draait het om. Niet alleen voor mij en Hanneke. Dit is partnerschap.

De verhouding tussen twee geliefden wordt, zoals ik het zie, pas partnerschap als de infantiele illusie van de noodzakelijke volmaaktheid van de ander en jezelf wordt gebroken zonder dat je je te hevig verwondt aan de brokstukken. Als je het gebrokene toont en aanbiedt aan elkaar, gezamenlijk onderzoekt. En als je daarin komt tot een eren van het andere, het grotere, dat zich manifesteert via de ander. Ja, dan wordt de verbinding geheiligd.
Dat is een buigen voor het leven zoals het gegeven wordt. En het is tevens een erkenning van het medicijn dat juist die ander voor jou is.

Wanneer de twee elkaar niet meer bestrijden, begint het eigenlijke spel. Weet je nog? Daarvoor kwamen we immers.

(wordt vervolgd)

Geplaatst in Hans' weblog
11 reacties op “Partners (2)
  1. Siranouch schreef:

    Heel mooi en ontroerend. Dank je wel. Benieuwd naar de melodie.

  2. peter de Leeuw schreef:

    Zo herkenbaar. Dit jaar is het 50 jaar geleden dat ik mijn Joke ontmoette. In dat zelfde jaar gingen wij in een voor haar onbekend land samenwonen. Wat hebben wij gestreden. Toch steeds weer tot elkaar gekomen. Een keer op een bijna mystieke wijze. Nu zij alweer bijna 3 jaar niet meer bij mij woont mis ik zelfs onze kleine kibbelpartijtjes. Zoals zij toen mij meldde, al zwaar dement: “Wat ben jij toch een rotkerel”. Amor vincet omnia.

  3. marina schreef:

    Ik hoop dat het je lukt, Hans. Wel moeilijk als je zo weinig tijd voor jezelf hebt. Lijkt me een mooi onderwerp.
    Een maand gaat zo snel om. Ik verwachtte zeker een half jaar niets te horen.
    Heel veel succes en goeds, ook voor Hanneke.

  4. Miomi Pront schreef:

    Dank voor het kostbare .het verwoorden, zodat ook wij het in de diepe stilte kunnen horen…en ook in onszelf stil vallen van Verwondering in Genade .en dankbaarheid. En het mogen zien …soms ,even..!

  5. Marina schreef:

    Ik dacht dat je een tijd lang stil zou blijven en een nieuw boek zou schrijven… Heb ik je verkeerd begrepen?

    • Hans Korteweg schreef:

      Ja, Marina, ik ben een maand stil geweest. Dat is lang hoor voor zo iemand als ik. En ik heb nu wat stukjes geschreven, probeersels, die misschien het begin zijn van een nieuw boek, een vervolg op Het lot & de liefde, dat ik al heel lang wil schrijven. Het lot & de liefde ging over de bakermat – vaders en moeders, broers en zussen, grootouders. Nu wil ik graag schrijven over de mensen die je ontmoet en waarmee je relaties aangaat wanneer je het nest verlaat – een boek dus over vrienden/vriendinnen, geliefden, leraars en leerlingen, collega’s. Wie weet, wie weet, ik heb niet veel tijd, maar wel veel zin. Hartelijke groet, Hans

  6. Debbie schreef:

    Wat mooi! Ook omdat het zo breekbaar was toen en het zich toch heelde.

  7. Hans de Groot schreef:

    Wow…..

  8. Irma Hofstra schreef:

    Diepe dank
    voor het delen van dit kostbare stuk van jullie levenspad!!
    Het geeft me hoop en perspectief!

  9. Ria Driever schreef:

    Lieve Hans, met tranen in m’n ogen lees ik hoe jullie jouw melodie zoeken en vinden; het raakt me diep hoe jullie elkaar hiermee weer vinden. Oprecht op zoek naar de ander en naar elkaar………

  10. Catharina Keijser schreef:

    Intens prachtig en machtig omdat het zo waar is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*