Pinksteren

Een verzuchting. Wat is het toch moeilijk om te praten, te communiceren – zo te communiceren dat er iets nieuws gebeurt – dat de woorden elkaar raken als twee vuurstenen. Dat de vonken er vanaf vliegen.

Van twee kanten uit afstappen van je zekerheden. Niets meer weten. Hopperdepop, in galop, zonder de stokpaardjes. Beiden zonder gelijk.
Weg van het rationele systeem van oorzaak en gevolg waarop we zo vaak onze zogenaamde identiteit hebben gebouwd. Loslaten. Weg van de ketens van herinneringen. Van de opgebouwde dossiers. Van de toekomstverwachtingen ook – niet alleen van de beklemmende, even van iedere toekomstverwachting.
Pfoe. Zonder houvast. Weerloos.
Ontmoeting zonder voorstelling.
Dat noem ik Pinksteren.

De woorden zijn versplinterd in ik en jij, wij en zij, die daar en jullie.
In de Bijbel wordt dat genoemd het gevolg van het bouwen van de Toren van Babel. Die toren werd gebouwd vanuit een streven naar hoger en hoger, letterlijk hoogmoed.
Woorden worden dan bezweringen, argumenten, abstracties. Zonder handen en voeten. Zonder een ademend lichaam. Dingen.
Lege dingen die opgetut worden.

Een jaar of 35 geleden was Hanneke, mijn vrouw, in Amerika in de leer bij een spirituele gemeenschap. Er verbleef daar in die tijd ook een groep mensen uit Ghana. Het waren allemaal spirituele zoekende liefdevolle mensen. ’s Avonds stonden zij – de Ghanezen, de Amerikanen, de Nederlanders en nog wat Italianen – met elkaar in een kring en beleefden hoeveel zij van elkaar hielden. Toen in de liefdevolle ervaring van het moment zei een van de Amerikaanse leiders tegen een van de Ghanezen: ‘Wat heb je een prachtige ziel! Wat heb je een heerlijk Hoger Zelf! Zeg mij alsjeblieft: wat kan ik je geven?’ Hij bedoelde natuurlijk, Westers spiritueel als hij was, wat voor energie kan ik je geven, wat voor liefde, welke woorden wil je van mij horen? De Ghanees dacht even goed na en zei toen: ‘Oh, werkelijk. Wat ik graag zou willen hebben is een ijskast.’ Dit bracht grote verwarring teweeg, ‘confusion’ heette dat daar, want dat was niet de bedoeling.

Nu, volgens  mij is het wel de bedoeling. Volgens mij is het de bedoeling dat de woorden en ‘de ijskast’ samenkomen. Dat is concrete spiritualiteit. Een hand die een hand aanraakt. Woorden die zich niet boven de werkelijkheid verheffen en tegelijkertijd getuigen van Werkelijkheid. Als dat gebeurt is Babel voorbij en is het Pinksteren.

Het hoogste woord is het woord dat vlees wordt.

Geplaatst in Hans' weblog

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*