Reisgenoten (11)

KORTE ONTMOETINGEN

Korte ontmoetingen kunnen heel plezierig zijn. Elkaar toelachen onderweg. En dan weer doorlopen. Die flits van herkenning. Blaadjes aan dezelfde boom – hoe is het daar aan jouw tak?
Kinderen hebben voortdurend kleine contactjes. En ook mijn leven bestaat tegenwoordig steeds meer uit korte ontmoetingen nu ik niet meer zo doelbewust aan het doorstappen ben. In het café even verderop, in de winkels, bij de kooplui op de markt, en gewoon ook op straat. Een bijna botsing. Een groet in het voorbijgaan. De eerste links, daar aan de overkant, en dan de tweede rechts. Goeiemorgen, goeiemiddag.
Dat is waar het om gaat onderweg: vriendelijke aanwezigheid.

Vriendelijke aanwezigheid, daar zijn vele namen voor.
De Tibetaanse wijze Longchenpa heeft het in Het Juwelenschip over ontspannen gewaarzijn.
Mijn vrouw Hanneke geeft de voorkeur aan duurzame vriendelijkheid.
Het geheim van de Gouden Bloem, een Chinese boeddhistisch-taoïstische tekst, formuleert het weer iets anders: De Weg is aanwezig voor onze ogen, maar toch is hetgeen aanwezig is voor onze ogen moeilijk te begrijpen. Mensen houden van het ongewone en genieten van het nieuwe. Zij zien voorbij aan hetgeen vlak voor hun ogen is en zij weten niet waar de Weg is. De Weg is de onmiddellijke aanwezigheid: als je geen besef hebt van de onmiddellijke aanwezigheid, wordt je bewustzijn door haast gedreven, je intellect rent en je blijft dwangmatig denken.
Ja, dat is goed gezegd. De Weg is de onmiddellijke aanwezigheid. Het meest nabije, dat is de Weg. Het gaat niet om het bijzondere, het sensationele – het gaat er niet om dat je kunt leviteren of met één blik alle levens van die ander daar tegenover je kunt doorschouwen. Dat is alleen maar interessanterigheid die je wegvoert van onmiddellijke aanwezigheid. Al die verschijnselen zijn niet meer dan kermisattracties langs de weg.

Nadat hij blind was geworden, was rabbi Boenam eens te gast bij rabbi Fischel, van wiens wonderdaden in den lande veel ophef werd gemaakt. ‘Vertrouw u aan mij toe,’ zei de gastheer, ‘dan zal ik voor u het licht terughalen.’
‘Dat heb ik niet nodig,’ antwoordde Boenam, ‘wat ik zien moet, zie ik toch wel.’

Onderweg. Korte ontmoetingen. We kijken elkaar aan. Een flits van herkenning. Een lach. Een groet.

 

Geplaatst in Hans' weblog
6 reacties op “Reisgenoten (11)
  1. Beatrijs schreef:

    Dag Hans,
    Wat je schrijft doet me denken aan iets dat ik op Twitter las:

    Care less smile more.

    Mooie dag,
    Beatrijs

  2. Thea Wienese schreef:

    Met name je woorden “het meest nabije dat is de weg” ontroeren mij.

    Zij herinneren mij aan de woorden waarmee Dirk, mijn man, de keuken binnenstapte: “the greater the miracle the smaller the audience”, ondertussen een nog warm eitje uit het kippenhok, in mijn hand leggend.

  3. Debbie schreef:

    Wat een fijne ‘ontmoeting’ ;-). Mijn eigen ervaring is dat ik als vanzelf zo kan ontmoeten, als ik ontspannen ben, als mijn schouders niet omhoog staan …

  4. Peter schreef:

    En zo is het, zoals je schrijft.

  5. Richard schreef:

    Prachtig.

    Dat zijn ware woorden van rabbi Boenam.

  6. Johanna van Kal schreef:

    Ha, woorden naar mijn hart. Ik lach, opgewekt, zo ben ik verfrist en ga verder. Dank je! En goeie dag,
    Johanna

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*