Schepping

Al heel jong ontdekte ik dat er een kracht in mij was die groter was dan ik. Zo zeg ik het nu, ik zou het toen natuurlijk niet zo geformuleerd hebben. Ik merkte dat ik dingen kon maken die er daarvoor niet waren geweest en ik ervoer soms letterlijk inspiratie. Er was een kracht die mij bezielde en deed spreken en bewegen. Als ik gehoor gaf aan deze kracht, was ik puur gelukkig en werd de wereld om mij heen even spiksplinternieuw.
Dat ervoer ik als kind, zomaar onverwacht, wanneer ik buiten speelde met vriendjes, wanneer we een hut aan het bouwen waren, maar ook wanneer ik op mijn eentje iets aan het maken was. De dingen gebeurden vanzelf, ik droeg daaraan mijn steentje bij en zag dat het goed was. Later, in de puberteit, sloeg de creativiteit met grotere heftigheid toe en drukte zich uit in woord en beeld, in verhalen, gedichten en allerlei soorten kunstwerken. Toen ik politiek actief werd, ervoer ik de scheppingskracht wanneer ik samen met anderen plannen maakte of actie voerde. En ditzelfde gebeurde regelmatig toen ik mijn werk had gevonden en mensen begeleidde op hun levenspad. Een groot geluk maakte zich van mij meester wanneer ik mij precies zoals het in mij leefde uitdrukte, op papier, in contact, in handeling. Dat alles was scheppen.
Ik begon te beseffen dat ik een creatief wezen ben. Creativiteit is de essentie van mijn bestaan. Met vallen en opstaan leerde ik, dat ik raar en ongelukkig werd als ik mij niet toevertrouw aan deze centrale kracht.
Aanvankelijk meende ik dat dit alleen opging voor mij en een groep gelijkgezinden, maar langzamerhand raakte ik ervan overtuigd dat in dit opzicht alle mensen mijn soortgenoten en lotgenoten zijn. Dit scheppende vermogen is de essentie van het menselijk bestaan en de mens is een scheppende kunstenaar.

*

Zolang ik mij kan herinneren ben ik geïnteresseerd geweest in het begin van de dingen – hoe de dingen zijn ontstaan, hoe ik ben ontstaan en hoe het ‘ik’ is ontstaan. Als kind luisterde ik ademloos naar het scheppingsverhaal uit de Bijbel en wilde het steeds weer opnieuw horen. Alles wilde ik erover weten. Wat scheppen was, waar God was, wie God was. En ik nam er geen genoegen mee dat er stond dat God in den beginne de hemel en de aarde schiep. Ik wilde weten wat er daarvoor was, voor dat begin. En daarvoor.
Ik vermoed dat ik niet de enige ben die als kind wilde weten wat er was voordat dit alles begon. Kinderen zijn immers nog maar net ontstegen aan de paradijselijke oerstaat. Ook al leven zij in de wereld van tijd en ruimte, ook al beginnen zij zichzelf te kennen als een apart ‘ik’ en hebben zij een eerste besef van mijn en dijn, toch zijn zij tegelijkertijd nog ongeboren en een groot deel van de tijd ingebed in vanzelfsprekende eenheid. Zij merken, hoe vaag ook, dat ze de verrukking aan het verliezen zijn en ze willen terug. Veel kinderen kennen dat gevoel van heimwee en verlangen naar de oerstaat waar alles goed is. Zo verging het mij in ieder geval.
Ik wist toen niet dat ditzelfde scheppingsverhaal door sommige mystici werd gebruikt als een soort omgekeerde weg. Deze mystici probeerden de tekst zo te doorgronden dat zij via gebed, meditatie en imaginatie de weg terug konden gaan, woord voor woord, letter voor letter. Tot voorbij de poort van de eerste letter – de letter Beth, waarmee het boek Genesis in de Hebreeuwse tekst begint – naar de woordloze eenheid ‘daarachter’.

(wordt vervolgd)

Geplaatst in Hans' weblog
2 reacties op “Schepping
  1. Elsa Foreman schreef:

    Hoe gaat het met Hanneke.

    • Hans Korteweg schreef:

      Beste Elsa, Het is moeilijk, eigenlijk onmogelijk, jouw vraag in een paar woorden te beantwoorden. Samenvattend kan ik zeggen: goed. Ik hoop er binnenkort een stukje over te schrijven in de serie Alzheimer en de liefde. Ik zie nu dat mijn bijdrage daaraan dateert van bijna twee jaar geleden. Het wordt dus weer tijd. Hartelijke groet, Hans

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*