Stilte, we draaien

Stilte. We draaien!
De camera loopt.

Ik lees een poëtische tekst van Sri Jnandev (1275-1296):
Een gezicht aan zichzelf tonend,
verdwijnt de spiegel.

Ik herinner mij dat ik spring op straat. 5 jaar zal ik zijn geweest. Misschien wat jonger, misschien wat ouder. De bruin-grijze stenen. De put in het midden met de ronde ijzeren deksel en de golvende lijnen daarin. Het oog dat ziet. Dat constateert.
Ik herinner mij niet alleen de herinnering. Ook de herinnering rond de herinnering. Het terugblikken op het moment. Ik weet nu dat de golvende patronen letters zijn. In mijn herinnering rond de herinnering heb ik gevoelens geweven rond de waarneming. De verwondering, het genieten en de pijn. Die dus niet het laatste of zo je wilt het eerste zijn.

En daarvoor? Nog een herinnering.
Daarvoor? Nog een herinnering.
Tot alle omschreven herinnering stopt en het gezicht het gezicht niet meer ziet in de spiegel. En alleen de camera de camera is, zonder aparte registratie.

En daarna? De jaren van opgroeien en iemand worden en mijn plaats vinden te midden van anderen die iets aan het worden zijn. Waarbij dan soms even de herkenning is: het is niet waar, ik neem het waar.

En daarin die herinnering toen ik 12 jaar was.
De datum weet ik precies, het was 29 februari 1956. Het was schrikkelfeest.
Ik loop de trap op van mijn nieuwe school, het bijgebouw waar wij, de eersteklassers, nooit kwamen. Bovenaan de trap loopt mij een jongen tegemoet, die ik niet ken. Ik bekijk hem aandachtig. Hij kijkt ook naar mij. Wij beschouwen elkaar en lopen naar elkaar toe. Dan als ik dichtbij hem ben, zie ik opeens dat het een grote spiegel is, die daar hangt. Ik zie mij, maar ik wist niet dat ik het was. Hij ziet mij en weet niet dat hij het is. En al die tijd is daar die spiegel. Ik sta stil. Een volledige reset, zou ik nu zeggen – toen was dat woord mij onbekend. Totale stilte. Een wegvallen van alle zelfbeschouwing, zou ik nu zeggen. Ik start weer op, wanneer naast mij een man in bonte kleren een enorm papier-maché masker met een grote neus en kleurige linten van zijn gezicht optilt en zijn rood bezwete gezicht naar mij toewendt: ‘Hèhè, wat een hitte!’ Dat is meneer van Ackooy, de handenarbeid leraar, een aardige man, die veel werk heeft gemaakt van zijn kostuum voor het schrikkelfeest.
Dat alles herinner ik mij, behalve het stille zijn, toen ik er gewoon was. Dat weet ik. Het zijn kan niet herinnerd worden.

En daarna? Het belangrijkste wat er in dit jarenlange bestaan heeft plaatsgevonden, is misschien wel het slijten van de terugblik op mijzelf. Terugblik die zicht werd. Die zicht is.
Het zicht, waarin het gezicht zichzelf niet meer zoekt. En ook de spiegel niet meer zoekt. Het eenvoudige zicht, waarin de medespelers niet meer afgescheiden staan op een apart toneel.
Al die kleuren hetzelfde licht. Eén smaak. De smaak van leven.
En toch, Goddank, ook al die kleuren. Al die smaken. Al die muziek.

En zojuist? Gebogen stappend uit de auto.
Glimlachend om iets dat Hanneke zei. Huiverend van de plotselinge kou. Hoestend en proestend. Nog steeds grieperig. Altijd waarnemend.
Leven en landschap zijn één.

Stilte. We draaien.

Geplaatst in Hans' weblog
5 reacties op “Stilte, we draaien
  1. janneke Blijdorp schreef:

    “Leven en landschap zijn één”. Ja, dat beaam ik ten volle.
    Mijn liefde voor het landschap, is ook mijn liefde voor het leven:
    Ontembare stormen en kolkende duisternis;
    Onmetelijke tederheid;
    De aarde scheurt open,
    En bloeit,
    Bloeit, met ontembare overgave.

  2. marion schreef:

    Wat fijn, Hans, dat je in dit stuk nog eens heel precies en helder ingaat op de essentie van wat jou als 12-jarig jongetje overkwam op 29 februari 1956, t.w. “Het moment dat alle omschreven herinnering stopt en het gezicht het gezicht niet meer ziet in de spiegel. En alleen de camera de camera is, zonder registratie.”
    Toen je hierover sprak in de recente bijeenkomst in Driebergen, kon ik het vatten, meende ik.
    Maar ik vond het best ingewikkeld en was er niet volledig zeker van of ik het in de volle omvang juist had begrepen.
    Na jouw schriftelijke uiteenzetting is het me glashelder.
    Dank je wel!

  3. Nel schreef:

    Stil in mij…..zo stil….

  4. Ineke schreef:

    Prachtig
    Mooie teksten voor een boek

  5. Jozien schreef:

    Wat een mooie poetische tekst! Prachtig ook dat beeld van die spiegel!
    Wat kijk ik daar zelf nog vaak in om te zien of het mij bevalt wat ik zie, of dat ik er nog iets aan moet veranderen.
    Gelukkig daagt steeds meer het inzicht dat al die zelfreflexie over die blik in de spiegel nergens toe leidt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*