Toen en nu (3)

Toen Hanneke 9 jaar geleden werd onderzocht in het AMC, het Alzheimercentrum, moesten wij beiden schriftelijk en mondeling vele vragen beantwoorden. Aan het eind van de dag, na alle gesprekken en onderzoeken, werd ons gevraagd of we nog iets toe te voegen hadden. Ik zei toen dat het mij bevreemdde dat niemand ons had gevraagd naar ons religieuze leven, of er iets was waaraan wij zin ontleenden en in het algemeen wat voor ons het meest wezenlijk was in ons bestaan, en vervolgens dat niemand ons had gevraagd naar ons seksuele leven.
De assistente waarmee we het eindgesprek hadden was zichtbaar verlegen met mijn reactie. Ze kaatste de vraag naar mij terug: ‘Als u daar nog iets over wilt zeggen, ga uw gang.’
Ik moest lachen, want daar ging het mij niet om. Ik wilde niet iets speciaal zeggen over religie of seks, maar ik vond het (en vindt het nog steeds) raar dat er bij zo’n diepgaand onderzoek geheel voorbij wordt gegaan aan wat voor ons, en ik vermoed voor veel mensen, essentieel is. De seksuele drift is immers een oerkracht, waarmee we allemaal te maken hebben en waarop we allemaal ons antwoord moeten vinden. Juist in crisissituaties komen de gevonden antwoorden, zeker wanneer het lapmiddelen zijn, onder druk te staan. Daarbij kan je op je vingers natellen dat de vraag naar zingeving met het voortschrijden van de ziekte steeds belangrijker wordt. Waarom dan dat stilzwijgen?

Je kunt zeggen dat dit taboe-onderwerpen zijn, maar daarmee heb je eigenlijk nog niets gezegd. Wat is het toch dat we huiveren om uit te komen voor datgene wat ons het diepst in trilling brengt? Vanwaar die omheining waarmee we het onhanteerbare omgeven? Terwijl we toch zo gelukkig zijn wanneer we elkaar zonder voorbehoud ontmoeten.

Over religie en zingeving heb ik de afgelopen jaren veel geschreven, over seks minder.
Een paar maanden geleden heb ik al wel een voorzet gegeven. Ik schreef toen: Een seksueel leven hebben we niet meer. Dat is geleidelijk opgedroogd, tot zij er geen zin meer in had. Dat vond ik moeilijk. Seks kan zo intiem zijn, zo alles doordringend het zoete openen – de concrete werkelijkheid van liefde. Maar na enige tijd begon ik te merken dat het toch ook wederzijds was, dat het, als ik nu toch met haar seks zou hebben, incestueus zou zijn, een soort pedofilie. Zij is seksueel nu een meisje, ook al is zij mijn vrouw. Dat vraagt erkenning en zorgvuldigheid, en het vraagt van mij in het bijzonder zachte yoga. Het wonderlijke is dat dit, deze spanning, ons niet uit elkaar drijft. Ik ben ook niet haar vader of haar broer geworden. Zij is nog steeds mijn Tegenover. Alleen is daarin iets anders vrijgekomen, iets anders dat ik met woorden probeer te benaderen door te zeggen dat we elkaar nu aanzien vanuit dezelfde stof.

Terugkijkend zie ik dat zo’n drie, vier jaar geleden Hanneke’s animo om te vrijen afnam. Zij nam niet meer het initiatief, maar dat viel toen niet op omdat zij het plezierig bleef vinden om te vrijen en ze ook heel vaak achteraf iets zei in de trant van: ‘Wat is het toch heerlijk! Wat heeft God dat toch goed geregeld, dat in ons lichaam het allerfijnste is opgeborgen.’ Dat meende ze. Ik weet zeker dat zij het meende, omdat ik het kon voelen, maar belangrijker nog omdat zij niet kan veinzen. Toen niet en nu niet. Ze heeft veinzen gewoon niet in haar pakket.
Ongeveer een jaar geleden was het opeens helemaal voorbij. Ze wilde niet meer, ze had er geen zin meer in. Ze was blanco en ze bleef blanco. Er was geen afkeer, geen walging, dat was het niet, zij hield van mij en mijn lichaam, zij lag graag in mijn armen, maar de seks was voorbij.
Voor haar dan. Voor mij niet. Ik probeerde het nog een paar keer. Of beter gezegd: na een paar keer beginnen en afgewezen worden, werd het proberen. Totdat ook dat stopte. Om met de dichter Leopold te spreken: Wie duwt de golven van de zee terug? Het pogen zelf doet weer een golf ontstaan. Maar belangrijker nog was dat ik besefte, begon te beseffen, dat zij in dit opzicht niet meer mijn vrouw was.

Ik zag dat zij nog steeds wel mijn geliefde Hanneke was, maar ik zag ook dat mijn minnares Hanneke als het ware terug in de tijd was gegroeid, tot de tijd voordat zij ging menstrueren, en nog verder terug, en dat zij nu als een meisje was geworden, sluimerend in onschuld, toegewend naar de schoot waaruit alles voortkomt.
Daarmee hield zij niet op mijn vrouw te zijn. Mijn seksuele partner was een meisje geworden, maar Hanneke was nog steeds mijn levenspartner. Daaraan viel niet te tornen. De hartsverbinding was onaangetast, de vertrouwelijkheid, het samen in de veelheid hetzelfde zien en elkaar daarin aankijken. We zijn met andere woorden van geliefden weer vrienden geworden.

Het is in de loop van mijn leven een paar keer tegen mij gezegd door een vrouw die het met mij uitmaakte en ik zal het zelf ook wel eens hebben gezegd: ‘Maar we kunnen toch vrienden zijn.’ Jazeker, dat zou kunnen, maar het is niet gebeurd, tot nu toe, en ik ervoer zo’n aanbod toch vooral als een doekje voor het bloeden.
Nu is het anders. Mijn minnares heeft het uitgemaakt en we zijn vrienden geworden. Eigenlijk gebleven, want vrienden waren we altijd al.

We zijn vrienden en we zien elkaar aan vanuit dezelfde stof. Het is waar, helemaal waar, maar oh, wat mis ik het. Wat mis ik de aanraking, het aangeraakt worden, de opwinding, het samenvallen in ritme, één lichaam, één geest, het mij bekennen zoals ik mijzelf niet ken, het klaarkomen, hoe zij klaarkomt, het orgastische zicht, de fysieke liefde. Ik ben soms duizelig van verlangen. En ja, ik beoefen zachte yoga, niet als een pleister op de wonde, maar omdat dat in deze werkelijkheid voor mij het meest eigen is. Ik volg wat mij het liefst is, loop tussen de gedachten door en ken geen schuld toe.
Dit alles tegelijkertijd.

(wordt vervolgd)

Geplaatst in Hans' weblog
14 reacties op “Toen en nu (3)
  1. Gerdien de Roo schreef:

    Dag Hans, je kent mij niet, maar ik wil toch nu even reageren. Ik ben altijd verrast blij als ik je blog zie verschijnen in mijn mail. En vrijwel altijd is er wel een zin, een verhaaltje, dat dan even een anker voor me is. Net als je boek Zonder Einde dat voor me is. Zo fijn en bevrijdend dat je open en direct schrijft, over wat zo wezenlijk is. En wat zo leeft. Het raakt bij mij wat ik diep verborgen heb, legt open, bloot. Waar ik mezelf beken in waar ik mezelf niet ken, in intimiteit omsloten. Ja, oh verlangen. En verdriet om wat verloren is

    • Bert Mulder schreef:

      Beste Gerdien,

      Het vergaat mij precies zo bij het lezen van de blog van Hans. Jij noemt bovendien Zonder Einde. Dat ben ik nu voor de vierde keer aan het herlezen. Het zou zo fijn zijn eens te kunnen praten met iemand voor wie dat boek ook zoveel betekent. Maar ik heb geen idee waar je woont. Ik woon in Rotterdam. Misschien hoor ik van je.

      Hartelijke groet,

      Bert Mulder

  2. Bert Mulder schreef:

    Beste Hans, jouw blog lezend val ik van de ene verbazing in de andere. Je openhartigheid! Wie had dat gedacht! Ik in elk geval niet. Het is geen moment ongemakkelijk, hoor. Maar ik wil nu wel graag laten weten dat ik ze lees, er een lezer van ben, aan de andere kant zittend, achter mijn lap top. En dan wil ik maar meteen van de gelegenheid gebruik maken te zeggen dat ik geraakt wordt door je ontboezemingen – als ik ze zo noemen mag. En er telkens ook veel van leer. Hartelijk dank!

  3. Jeannette schreef:

    Deel het maar, Hans. Lucht je hart! Wat een fijne eerlijkheid. Ik koester de herinneringen aan jullie beiden in de beginjaren van het ITIP. Het zijn voor mij bepalende ervaringen geweest. In Rossum, in Cothen en op al die mooie en gekke locaties. Dierbare herinneringen. Als ik je nu lees is het alsof ik weer bij jullie op bezoek ben.

    En ja, die 2 vragen die zo essentieel zijn in een mensenleven, worden niet gesteld.

    Veel liefs voor jullie allebei.

  4. Marianne schreef:

    Denk je weleens aan hen die smachten naar intimiteit en het al heel lang moeten missen gewoon omdat het leven niets meer te bieden heeft aan Mij.?

    • Hans Korteweg schreef:

      Beste Marianne, Ja, ik denk weleens, tamelijk vaak eigenlijk, aan hen die smachten naar intimiteit en het al heel lang moeten missen. Maar waarom vraag jij mij dat? Hans

  5. Petra schreef:

    Lieve Hans,
    Adembenemend hoe je in woorden weet te vangen wat er gebeurt.
    Zachte yoga voor een zachte man.
    Ook Hanneke zal zeker elk woord hiervan dat nog tot haar door weet te dringen beamen en met je meeleven.
    Hartegroet, Petra

  6. Peter de Leeuw schreef:

    Beste Hans,

    Alweer kwamen er tranen wellen in mijn ogen bij het lezen van je laatste blog. Wat herkenbaar. Wat een verdriet.
    De Engelsen hebben een gezegde: “Every cloud has a silver lining”. Jouw silver lining is toch wel dat na al die jaren sinds Hanneke haar diagnose kreeg zij nog steeds bij je is. Dat jij haar net zo vaak in je armen kunt nemen als jij dat wilt en zij het toestaat( Wat ik wel aannemelijk acht). Hanneke zegt af en toe ook nog wel zinnig dingen. Tel je zegeningen.

    Ik voeg een kort gedichtje bij dat ik schreef voor het boekje als blijvende herinnering aan mijn bijzondere vrouw. Bij haar uitvaart wordt niet gespeecht, maar iedereen ontvangt na afloop dit boekje met een 70 tal korte schetsjes. Inclusief enkele van mijn rijmelarijtjes. Ik schreef dit versje toen Joke ongeveer een jaar niet meer met mij samenwoonde. Maar “verzorgd” werd in een verpleeghuis.

    Ons lege koude bed
    Ik mis geen sex, gelukkig ben ik al vrij oud
    Ik wil gewoon haar warme lichaam naast mij voelen
    Voor het inslapen wat knuffelen en kroelen
    Wakker worden naast mijn lieve schattebout.

    Vaak denk ik, “zal ik bij Jookje blijven”,
    Gewoon met kleren aan, naast haar op bed
    Eens geprobeerd, het paste eigenlijk net
    Het lukte niet, zij begon volledig te verstijven.

    Wat is het wreed, gewoon niet te bevatten
    Ik kan haar lichaam zien en voelen
    In feite is zij verder weg van mij dan ooit.
    Zolang getrouwd, ‘t lijkt zelfs niet op”latten”

    Juni 2020

  7. Miomi schreef:

    lieve Hans,
    Hoe mooi dat door het volgen van je betoog in de ervaring van je man zijn ten opzichte van je vrouw Hanneke , ik met geraakte ogen, mag bekennen aan mezelf , hoezeer ik het mis. Mijn man is terug gegroeid in het verleden: de schuchtere jongeman, maar ook het kind dat wil aanraken en kusjes geven , geniet van een knuffel en vele malen zeg : “Ik vind jou zóo leuk , mag ik dat zeggen?”. De kussen zijn niet seksueel, maar ondanks mijn verstandelijk “dat hoeft niet meer”. is het verlangen in mij nog steeds verstopt aanwezig. Dank je Hans , voor de erkenning.

  8. Marina Voorhoeve schreef:

    Ik vind het ook wat veel gevraagd van een ziekenhuismedewerker.
    En ik zou niet graag Hanneke zijn, nu jij zulke intimiteiten die ook over haar gaan, deelt met anderen.

    • Mariette schreef:

      Net zo min als Hanneke jou zou willen zijn. Je vult iets voor haar in, doe maar niet.

    • Hans Korteweg schreef:

      Beste Marina, Het gaat mij niet om die ene ziekenhuismedewerker, maar om het gehele programma. En wat Hanneke betreft, ja, ik heb ook geaarzeld of ik hierover wel zou kunnen schrijven, of het niet onkies zou zijn of erger een vorm van verraad. Ik heb het er een paar keer met Hanneke over gehad. Wat voor mij de doorslag gaf was dat zij zich hierover niet schaamt of schuldig voelt, het is een feit waaraan geen schuld verbonden is. Het gaat niet om manipulatie of machtsuitoefening, er is niet een tekortkoming, zo is het. En ik vermoed dat veel meer mensen hiermee te maken hebben. Hartelijke groet, Hans

      • Alje schreef:

        Hans Hans, wat schrijnend mooi om te lezen hoe dat verlangen dat ons verlangt, door jou (ver)dragen wordt. Hoe intiem mag je zijn, hoe dichtbij kan of mag je komen? Het is prachtig en verlegen makend om je stukjes te lezen waarin twee levens ineen meegegeven worden. Dank je wel.

  9. Marjan schreef:

    ‘Vanwaar de omheining waarmee we het onhanteerbare omhullen’ Wauw, deze zin haalt mijn omheining gelijk omver. Prachtig hoe jij het onnoembare en onnoemelijk tedere toch woorden weet te geven. Je raakt bij mij een diepe trilling!
    Vanuit mijn hart: Dank!!

Laat een antwoord achter aan Bert Mulder Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*