Vergankelijkheid

31 augustus 2013

Doorgaand op gisteren:
Het is best mogelijk dat mijn metabolisme echt veranderd is, in plaats van dat alleen de censuur is afgenomen. Interessant.
Stel nou toch eens dat de natuur Alzheimer heeft uitgevonden omdat men van hogerhand vindt dat we veel teveel alles precies willen weten. ‘Tut tut tut’, zeggen ze dan, ‘kalm aan, denken jullie soms dat alles gemaakt kan worden en dat jullie alsmaar evolueren?¬¬¬ We hebben iets bedacht waarvoor je niets meer hebt aan die denkmachine, maar helemaal opnieuw moet beginnen met kijken. Dat is wel even wennen, maar geloof ons, het geeft ook rust.’

Hoe kwam ik in vredesnaam aan al die meningen? Welk gedeelte van de hersenen is ‘het meningengedeelte?’ En als dat uitvalt, welk gedeelte kan en wil het dan overnemen?
Kijk, er zijn mensen die dement worden als hun levensvreugde ook werkelijk op is. Het klinkt bot, maar in plaats van dat ze dan gaan zeuren en helemaal niks meer voor een ander overhebben, worden ze dement. En zeuren hoort daar dan bij. Want in de dementie worden de nare trekjes die ze er vroeger onder probeerden te houden opeens prominent – ze wilden altijd al meedoen, maar er was iets overheen gevlochten, fatsoen bijvoorbeeld. En eindelijk hebben ze nu een vrijbrief om gewoon te volgen wat er in hen opkomt, punt uit.
Mijn moeder kreeg Alzheimer en werd dement, en was opgenomen in het Leendert Meeshuis.
Haar interesse in een ander was altijd al niet zo groot, maar nu bleef er niets van over. Ik heb daar mensen gezien die daardoor zelf juist erg prominent werden, maar bij haar was dat niet het geval. Wel werd het heel duidelijk wat ze wel en niet wenste – ze bleef  bijvoorbeeld zo lang mogelijk in bed liggen. Aanvankelijk was er nog wel een glimpje vreugde en herkenning als we kwamen, maar gaandeweg verdween dat. Aan het einde was ook de herkenning en daarmee de interesse er niet meer.
De laatste keer dat mijn zus en ik bij haar waren en naast haar waren gaan zitten, had ze een pop, een soort Pinoccio tegenover zich op de tafel staan, en daar praatte ze mee. Heel hartelijk. Zo te zien deed ze toen helemaal precies wat ze wilde!

Nu terug naar mijn geval.
Ik heb veel last van mijn gebit, er is steeds wel iets mis. Op dit moment is er een grote ontsteking gaande, waardoor mijn linkerwang eruit ziet alsof ik het niet ben. Straks naar een dokter dus.
Waarschijnlijk horen dit soort gebreken erbij, omdat door Alzheimer alles minder goed gaat werken.
Dit vraagt dus om een diepe verzoening met het feit van de vergankelijkheid van het lichaam.
Toen ik jong was betekende ‘oud zijn’ rimpels en lopen met een stok en veel vergeten – een praktische en geleidelijke manier om je erop voor te bereiden dat je aan het einde van je leven bent.
Nu is dat wel anders – het gaat helemaal niet vanzelf.
Maar goed, terug naar het begin van dit stuk. Mijn levensvreugde is niet op, integendeel. Ik leer zachtheid kennen, en rust zonder iets te moeten, en ik leer om van mijn geliefde niet iets te vragen dat ik zelf niet geef. Zodra ik me daar niet aan houd,  zit ik ermee. Zo is de wet en die is volop werkzaam.

 

Wordt vervolgd

Geplaatst in Hannekes Dagboek

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*