Het kwaad onderweg

HET KWAAD ONDERWEG

Ik ga ervan uit dat in de wereld van ruimte en tijd ieder mens met goed en kwaad te maken heeft en dat die tijdelijke illusie als volkomen werkelijk wordt ervaren. Ik ga er ook van uit dat de menselijke rups tot vlinder wordt en zijn vleugels uitslaat wanneer hij deze illusie geheel doorschouwt. Van rups tot vlinder – dat is het levenswerk. Maar hoe die weg te gaan?
En daar rijst de vraag op naar de methode. Er zijn in de loop van de menselijke geschiedenis vele methoden aangereikt door mensen die de weg van bevrijding zijn gegaan. Het voert nu te ver om hierop dieper in te gaan (zie mijn artikelenserie Fasen op de weg), maar er worden door hen die de directe weg wijzen steeds weer drie aanwijzingen gegeven – richtlijnen die kunnen helpen om vrij te komen uit het ingesponnen zijn in de cocon van dualiteit:
 * Erken dat je lijdt – ontken niet dat jij goed en kwaad ervaart in jouw bestaan, tracht daaraan niet te ontstijgen in heilige abstracties.
* Moraliseer niet – hecht je niet door wat jij als kwaad beschouwt te verwerpen en te onderdrukken, hecht je er niet aan door reactief goed te worden.
* Identificeer je er niet mee – hecht je niet door in te haken en junk met de junks te worden, hecht je er niet aan door reactief slecht te worden.

Ik schrijf dit tegen de achtergrond van een aantal verhalen en teksten over de grote leraren in mijn traditie, hoe zij het kwaad ontmoeten en hoe zij dit beantwoorden. Het verhaal over de verzoeking in de woestijn van Jezus van Nazaret, het verhaal over het tot verlichting komen van Gautama Boeddha onder de bodhi-boom, de tekst van Longchenpa over hoe de vijf zintuiglijke begeerten kunnen worden gezien als de activiteit van pure en totale aanwezigheid.

Zowel Jezus als Boeddha als Longchenpa ontkennen het kwaad niet. Zij zien het aan en zij hechten zich er niet aan. Anders gezegd: het kwaad heeft geen vat op hen en houdt daardoor op kwaad te zijn. Dan blijkt dat dit misverstand, het kwaad, wanneer het wordt doorzien, niet nog meer kwaad brengt, maar leidt tot een groter Goed, voorbij goed en kwaad. De vrucht van de boom van de kennis van goed en kwaad blijkt uiteindelijk toch weer de vrucht van de boom des levens te zijn.
Ik beperk mij hier[1] tot de wonderschone tekst van Longchenpa in Het Juwelenschip:
Kijk onbevangen naar wat ook verschijnt op het moment dat het verschijnt. Door te ontspannen in deze staat treedt gewaarzijn op zonder dualiteit, in zichzelf bevrijd. In dit gewaarzijn is geen grijpen naar verschijnselen alsof ze iets zouden zijn. Aldus, omdat wat verschijnt de werkelijkheid uitbreidt, zijn de objecten van begeerte ornamenten van het werkelijkheidsveld.[2]
[1] In De grote sprong (Hans Korteweg, Hanneke Korteweg, Jaap Voigt) gaan wij uitgebreid in op de verzoeking in de woestijn (p. 144-151) en de meditatie onder de bodhi-boom (p. 96-97).
[2] Het Juwelenschip, een gids tot het beseffen van pure en totale aanwezigheid. het universeel scheppende principe, Vertaald en van commentaar voorzien door een vertaalgroep onder leiding van Hans Korteweg, Felix Uitgeverij, Cothen, 2004 (deel 2 – p.28).

 

Geplaatst in Hans' weblog

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*