Beeldcultuur (2)

BEELDCULTUUR (2)

Onecht, leugenachtig en clichématig. Iemand met die kwalificaties zou ik niet in mijn huis willen hebben en als zo’n valse glibber toch op de een of andere manier naar binnen zou glippen, zou ik hem er als de wiedeweerga uitzetten. Waarom heb ik er dan geen bezwaar tegen dat mijn kleinzonen naar dat soort onzin kijken (want dat heb ik niet)? En vanzelfsprekend gaat daar nog een vraag aan vooraf: waarom kijk ik zelf?

Laat ik beginnen met die laatste vraag, die eigenlijk de eerste vraag is. Ik kijk niet, zoals ik weleens tegen mijzelf heb gezegd, omdat ik geïnteresseerd ben in de techniek van de verhaalopbouw enzovoort. Dat is een snobistische smoes die geen steek houdt. Ik weet allang hoe die verhalen in elkaar zitten. Ook zit ik niet als een participerend observator een bepaalde cultuur te bestuderen. Dat is in ieder geval niet de hele waarheid. Ik doe dat wel, getuige ook dit artikel, maar zo nu en dan verlies ik mij beslist en graag in het beeldverhaal dat mij wordt voorgeschoteld. Ik dein mee, ik deins achteruit, ik voel sympathie en antipathie, ik leef mee met het wel en wee van de hoofdpersoon, en dan ben ik niet meer observator en ik ben ook niet meer participant – ik identificeer mij. Als een kind identificeer ik mij met een andere werkelijkheid en ben even los van mijn huidige situatie. Anders gezegd: ondergedompeld in de archetypische oceaan ben ik even vrij van de restricties van mijn persoonlijke bestaan.
Dat is het, vermoed ik. De behoefte om even los te zijn. De behoefte aan escape. Zoals een aspirientje je even losmaakt van de hoofdpijn, zonder dat er aan de oorzaak van de hoofdpijn zelf iets verandert. Een kinderlijke, onschuldige behoefte, zolang zij niet te veel tijd vraagt en tot verslaving leidt. En dat doet zij niet.

Dus sta ik mij het toe, zo lang als het duurt, en ga ik er vanuit dat ik zo gezond ben dat ik mij ga vervelen wanneer het echt niet meer aansluit. Zo werkt dat. In ieder geval bij mij. Wanneer de verveling intreedt, is er sprake van een gewenning die, merk ik, in een vloek en een zucht beëindigd kan worden. Verveling als seinpaal en wegwijzer dus. Een interessant gegeven.
Mededogen went nooit en verveelt nooit, dat gaat ook op voor scheppend zijn, voor aanwezig zijn – voor wat ik noem de middenas van het bestaan. Zoals ik het zie draait al het andere draait daar omheen als de paarden en koetsen van een carrousel. Wat ik doe is een tijdje rondzwieren, dan weer overstappen op een ander voertuig, het oog gericht op het midden, soms in het midden staan, soms het midden vergeten, toch weer herinneren, hervinden, ook dat is rondzwieren, zelf paarden en koetsjes maken, er een tijdje in zitten, ze aan anderen aanbieden, met het oog op het midden, op liefde, op het centrale beginsel, vanuit het midden, uit liefde. Rond en rond het stille middelpunt.
Repetitie is wat mij betreft geen probleem, als het gerepeteerde en de repetitie als zodanig zich maar niet gaan presenteren als het definitieve middelpunt dat hoe dan ook in stand moet worden gehouden. Want als dat het geval is, is er sprake van verslaving. En verslaving is de dood in de pot.

En mijn kleinzonen? Ach, die zijn aan het ontdekken en leren. Wat voor mij oude koek is, is voor hen een krokante traktatie. Zij zijn zo fris. Ze hebben een goede smaak en onderscheidingsvermogen. Het zou mij verbazen als zij de onechtheid niet zouden gaan doorzien. Natuurlijk, het is mogelijk dat zij tele-junkies worden, beeldverslaafden, zoals het ook mogelijk is dat zij verslaafd raken aan allerlei soorten stoffen die hen van alle kanten aangeboden zullen worden. Het lijkt mij vreselijk, maar het is mogelijk, en ik kan hen, op hun leeftijd, niet behoeden voor hun valkuilen. Niemand kan hen voor henzelf behoeden.
Laten ze dus maar een tijdlang die karakters op de voet volgen en zich laten betoveren door de ontwikkelingslijnen – de karakters en ontwikkelingslijnen die vermoedelijk al zo lang bestaan als mensen er behoefte aan heeft aan hun werkelijkheid te ontsnappen. Zij beleven er plezier aan en ze leren er het een en ander van, heb ik de indruk.
Wat ze ervan leren? Ze leren kijken en onderscheiden en ziften. In iets te zijn en tegelijkertijd te beschouwen. Ze kunnen leren hoe je een verhaal opbouwt (zij zijn beiden, hoe verschillend ook, verhalenvertellers), hoe je een scenario kunt verfilmen (en in ruimere zin hoe je een gedachte in vorm kunt omzetten), technische vaardigheden dus. Ze leren er archetypische verhaallijnen door kennen. Maar wat ze er het meest van kunnen leren, zeg ik als oude rot en grootvader, is de vruchten in dankbaarheid te plukken en de dorre boom te laten staan. Dat gun ik hen. Dat zie ik ook in hen. Niet alleen als grootvader, ook als reisgenoot. In vertrouwen.

In vertrouwen, maar niet zonder angst en beven. Het is nu eenmaal een hachelijk bestaan in deze carrousel.

Geplaatst in Hans' weblog
5 comments on “Beeldcultuur (2)
  1. victorine franke schreef:

    Lieve Hans, even voor de duidelijkheid; ik neem mijn mening (die gevolg was van mijn slordige lezen van jouw eerste stuk in dit verband) terug dat je in deze een beetje zuur of ouderwets zou zijn.
    Bij nader inzien denk ik dat je, in je antwoord aan Arthur; ” bijna alles wat er op de tv (en in het theater) wordt vertoond is een drug” gelijk hebt.
    En dat betreft niet alleen veel tv series of theatervoorstellingen.

    Een van de verschillen tussen woord en beeldcultuur is voor mij dat ik ervaar dat de valkuil van verslaafd raken aan beelden sowieso veel groter is dan aan teksten.
    Want de triggers zijn, op laptop en tv, veel nadrukkelijker en alom aanwezig.
    Ik kan makkelijk reclame teksten negeren en slecht geschreven boeken of artikelen meteen wegleggen maar voorbijflitsende afbeeldingen van jurkjes en schoenen via cookies e.d. kunnen me verleiden tot minstens een uur lang virtueel winkelen. Waarna ik steeds een flinke kater heb want het voelt als een verspilling, als zonde van mijn tijd. Bovendien realiseer me daarna dat bijvoorbeeld Zalando ongewild bij mij aan de knoppen zat.
    Zodra ik me dit bewust werd heb ik niet, zoals jij adviseerde, de cookies verwijderd.
    Dat was mijn eer te na, daarmee zou ik moeten toegeven dat ze macht over mij hebben, nu komen de cookies voorbij zonder dat ik ze aanklik.
    Het is uitdagender de verleiding onder ogen te zien en bewust en in vrijheid mijn keuze te maken. Daar krijg ik goeie zin van.
    Ongewild en geniepig worden we, naast onze interne verslavingsneiging, van buitenaf veel meer gestuurd dan we denken. Elke keer dat ik me daarvan bewust ben kan ik dat doorbreken.

  2. Gert Braakman schreef:

    Dag Hans,

    Een verhelderend verhaal, ik schrijf dit op een moment dat ik deel twee nog niet gelezen heb, het is een reactie op deel 1.

    Wat de meeste films/series zo onecht maakt is dat de hoofdpersonen niet worstelen met de onzichtbare jungle van regels waar wij, niet filmpersonages, dagelijks mee te maken hebben.

    Ik ben het het laatste jaar sinds mijn verhuizing naar Frankrijk gaan beseffen hoe benauwend het is om in een wereld vol onzichtbare regels en eisen te leven. De belastingpapieren die die je jaarlijks moet invullen, de verzekeringen die je op orde moet hebben (en dat zijn er steeds meer). alles wat je moet doen om een inkomen te hebben, je huisvesting, al je bezittingen die onderhouden moeten worden en op tijd vervangen. Het is een onzichtbare zenuwslopend jungle die je moet zien en die je niet kunt veroorloven om te verwaarlozen. De angst waar veel mensen mee leven is dat ze iets over het hoofd zien of dat ze incapabel worden om met in die jungle te leven omdat ze oud, ziek en gebrekkig worden. Dat maakt alzheimer o.a. zo bedreigend (en bevrijdend) omdat je hulpeloos in de jungle moet leven of vanuit een ander standpunt gezien, bevrijd bent van de eisen die de jungle aan je stelt. Vluchten in verslaving of in geweld kan ook een manier zien om je uit die onzichtbare jungle te bevrijden. Vluchten in geweld is een populair terugkerend thema in films, maar er wordt bija nooit een verband gelegd met de onderliggende angst die het leven in de onzichtbare jungle veroorzaakt.

    Wat is aantrekkelijke van de nep wereld die je in films en series voorgeschoteld krijgt? Die onzichtbare jungle bestaat opeens niet meer, je ziet de advocaat nooit met een onwillige printer worstelen, de priester heeft er nooit last van het toilet papier dat op is; al die triviale hel-dingen bestaan opeens niet meer. De hoofdpersonen zijn vrij ze kunnen al hun tijd besteden aan relatie problemen, of een wereld die van de ondergang gered moet worden, vooral dat laatste is een populair item omdat je de onzichtbare jungle irrelevant wordt, net als in science fiction die je verplaatst naar een wereld waarin de last van het dealen met onzichtbare jungle door slimme computers word opgelost. Of, ook heel opluchtend leven in een verleden met landhuizen, koetsen, chaperones en tea parties waarin er geen onzichtbare jungle is, of een die zo anders is dat het verfrissend werkt.

    Ik zie de wereld alleen maar complexer worden, met met meer apps die geüpdatet moeten blijven, met meer complexe moeilijk te behappen regels, met meer hulpeloze counterproductive halve oplossing om die jungle te beheersen. Er zullen dus de komende jaren veel meer vluchtwegen bijkomen, meer films, meer vermaak, meer alternatieven voor onze onveilige realiteit.

    Warme groet,

    Gert

  3. Hans Korteweg schreef:

    @Arthur: dank je wel voor je reactie. Inderdaad, ik schrijf behoedzaam en weloverwogen, maar achter al deze afgewogenheid is de vraag die ook Victorine oppikt (en die zij als verzuurd en ouderwets beoordeelt): is dit alles niet gewoon een drug? De drug, in vele variaties, die de tijd verdrijft zonder iets wezenlijks te bieden.
    Mijn antwoord is: bijna alles wat er op de tv (en in het theater) wordt vertoond is een drug. Ik ben het met Nabokov eens, dat die rilling boven in de rug aangeeft dat het niet een bevestiging van het conditioneringssysteem (wat ik ‘mijn knoppen’ noem) betreft, maar dat het kunst is, ‘dat andere’. Ik heb een stuk weggelaten uit het betreffende citaat en dat is eigenlijk zonde, want hetgeen Nabokov hier zegt is zo prachtig en verhelderend. Hier komt het weggelaten deel: Let us worship the spine and its tingle. Let us be proud of our being vertebrates, for we are vertebrates tipped at the head with a divine flame. The brain only continues the spine: the wick really goes through the whole length of the candle.
    Daar krijg ik weer een rilling van.
    Nog even over tv-series. Ik ben het ook met je eens over True Detective (die heel hoog staat op mijn jaarlijstje). Daar zitten stukken in die subliem zijn, en er zitten ook stukken in die te makkelijk zijn, te zoet, geschreven voor ‘de knoppen’. Ken je Olive Kitteridge (schitterend spel van Frances McDormand, Bill Murray, Richard Jenkins)? Daar wordt bijna niet op knoppen gedrukt. Heel ongemakkelijk en dan steeds dieper doordringend voorbij de eerste smaakpapillen. En dan? Precies!
    Dat is het onderscheid waarom het gaat: de rilling of de knoppen. Niet alleen op het scherm, ook in wat wij het gewone leven noemen.
    Films die mij het afgelopen jaar die rilling bezorgden: Boyhood. En zeker ook Her. Die regisseurs proberen mij niet te versieren. Het zijn reisgenoten die hun verhalen vertellen. En ik ben een reisgenoot die het verhaal hoort. We are vertebrates tipped at the head with a divine flame.

  4. Arthur schreef:

    Tjee, wat een tof onderwerp! Om dit – midden in de hedendaagse populaire cultuur staande verschijnsel – nader te beschouwen. En blijkbaar begon jij je er dingen over af te vragen en vond het noodzakelijk daar iets over te zeggen.
    Kijk Hans, je zegt het allemaal netjes en je denkt ook goed na voordat je er wat over zegt, maar die series (en veel films) zijn in the end natuurlijk je reinste dope. Met uiteraard verschil in kwaliteit. Je hebt het hele goede bijna onversneden spul (Twin Peaks, Breaking Bad (grotendeels) een seizoen Dexter, een seizoen Homeland, flarden van True Detective), je hebt de goede standaard kwaliteit (House of Cards, the Wire, The Sopranos) en je hebt de goedkope speed die een extra harde kick geeft (de geweldsporno van The Walking Dead of 24)*.

    Maar het blijft een middel dat voornamelijk vergetelheid biedt. Daar is het op gericht. Volgens mij wordt het daarom ook gemaakt. Om vergetelheid – intelligent, smakeloos, dom, briljant – te bieden. En er geld mee te verdienen.
    Let wel, ik vind het een van de fijnste middelen die er is. Geef mij een met smaak gemaakte serie of film met een intelligent scenario en ik ben je man. Geef mij af en toe speed die ik al honderd keer heb gebruikt en ik ben stoned again.
    Maar is het ‘life changing’ (zelden) of kan het het schouderbladen-criterium van Nabokov doorstaan? Ja, toch wel Vladimir, soms, ik heb scenes gezien die mij tussen de schouderbladen een rilling bezorgden, zelfs nu ik er alleen maar aan terugdenk. Heeft het diepgang? Heeft het bijvoorbeeld de diepgang van iemand als Longchenpa? Nee. Ik heb geen serie gezien die daaraan kan tippen. Ik heb wel af en toe films gezien die dat evenaren.

    Het blijft goed uitkijken. Er is veel kwalitatief goed spul op de markt heden ten dage. En zoals velen tegenwoordig een pilletje slikken, kijkt ook iedereen wel een serie. Het is geheel gelegitimeerd. Het blijft evenwel goed om te beseffen waar je naar kijkt en hoe vaak. Zeg ik tegen mezelf terwijl ik toch aan het eerste deel van het vierde seizoen van Homeland ben begonnen…

    Arthur

    * En over dit rijtje kunnen we natuurlijk gaan vechten. Want het een hoort volgens de ander in een andere categorie. En ik mis natuurlijk ook nog wat referenties. Nu goed, iedereen zijn eigen ‘drug of choice’!

  5. Marian Lamboo schreef:

    Hallo Hans,
    Goed verhaal. Goed thema. Ik ken ze ook, die verloren momenten…… Wie niet? Goed om me te realiseren dat die er net zo goed bij horen. Dat ze binnen het geheel ook hun eigen betekenis hebben en niet “waardeloos” zijn.En dat het dus ook mag…. Want ik mag het vaak niet van mezelf….. gewoon naar een leuke en ontspan-nende film kijken. Of juist naar een spannende film want daar hou ik ook heel erg van. Ik voel me toch altijd een beetje “slecht/dom” als ik de t.v. aanzet. Dan denk ik dat er wel iets beters te doen is. Soms lijkt het op een koekje pakken uit de koektrommel, en omdat die zo lekker smaakt nog een, en nog een…..Zonder er al te veel bij na te denken. Of juist te denken, ach, toe maar, het mag wel. Zowel dat koekje als die tv. Voor mij is het wel de kunst om daarin maat te houden. En het gaat er inderdaad om, om als tijdens het kijken de verveling toeslaat, om dat als seinpaal en wegwijzer te zien en dan iets anders te gaan doen dat beter aansluit bij wat ik op dat moment werkelijk wil. Tegelijkertijd kan verveling ook een reden zijn om de t.v. juist aan te doen. Af en toe in de carrousel stappen en de rondjes meedraaien, zoals je zo mooi zegt, maakt dan niet uit wat en hoe, maar niet zo lang dat ik er figuurlijk misselijk van word. Op tijd uitstappen, dat is de clou. En dan mijn eigen koers weer gaan varen.
    Zoals ik gisteravond na 10 min. een eerder opgenomen film uitzette die ik na 5 minuten al uit had moeten zetten maar daar toch te lang naar bleef kijken…. misschien wordt het toch nog wat en mis ik dan iets, terwijl ik wist dat het niets was ook niets zou worden (dat weet ik eigenlijk binnen een halve minuut al) en mezelf daar toch even in mee liet voeren tot het inderdaad teveel was en ik het niet meer aan kon zien. Uit dan die t.v. Zolang ik in staat ben om de knop ook op tijd uit te zetten is er niet zo heel veel aan de hand. Je stelt me wat dat betreft gerust. En soms kijk ik gewoon echt te lang naar iets dat echt niet de moeite waard is. De vraag is of dat dan ook nog echt “lummeltijd” is, of dat dat echt verspilde tijd is? Soms wel…..
    Mijn vriendin kijkt nooit t.v. Zij heeft daar geen behoefte aan. En ook geen tijd voor.Voor haar voegt het niets toe. Af en toe, op aanraden van mij, omdat ik het eerder heb gezien en heb opgenomen, en dan kijken we ook echt samen naar bijv. een mooie dansvoorstelling. Of sinds iemand die we kennen mee heeft gedaan kijken we ook samen naar boer zoekt vrouw. Gezellig samen op de bank…..Zolang als het duurt. Zij is dus heel selectief daarin. Soms ben ik daar jaloers op maar er is ook veel moois te zien dat ik toch niet zou willen missen. Maar wat natuurlijk best wel te missen is…..Als zij in de kamer is dan kijk ik niet zo vaak tv en als ik wel kijk dan altijd met een koptelefoon op zodat zij niet mee hoeft te luisteren. Want dat is wel storend. Maar zij helpt me wel om, als zij thuis is, kritieser te kijken en de t.v. alleen maar aan te doen als er echt iets is dat ik wil zien.
    Of ik neem het dan op en kijk op een moment dat zij er niet is. Dat is ook een prima oplossing.
    Mooi thema dat je hebt aangekaart. Ben benieuwd naar reakties en het vervolg. Ik ben wel verbaasd dat jij blijkbaar zoveel tijd hebt om te kijken. Had ik niet verwacht.
    Lummeltijd………. En wat voor tijd is dan de tijd die ik met deze reaktie bezig ben geweest?
    Onderzoektijd…..

    Groetjes Marian Lamboo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*