Domheid en narcisme (4)

Er was eens, zo vertelt een Japans verhaal, een samoerai op een schip. De samoerai leunde over de reling en keek uit over de zee. Toen, doordat hij een verkeerde beweging maakte, schoot zijn zwaard uit de schede en viel in de zee. Snel pakte de samoerai zijn korte zwaard en maakte een inkeping in de reling, precies daar waar het zwaard hem ontschoten was. Toen liep hij naar de kapitein, nam deze mee naar de reling, wees op de inkeping en verzocht hem daar op die plaats naar zijn zwaard te laten dreggen.
Varend over de oceaan van de tijd maken wij inkepingen in onze reling en deze inkepingen noemen wij herinneringen. Zo was het, daar is het gebeurd, en dat kwam doordat ik en doordat die ander… En we menen dat wij zo ‘ons zwaard’ kunnen terugkrijgen.

Wij zijn, zeker de laatste eeuw, geneigd ‘het verlies van het zwaard’ toe te kennen aan gebeurtenissen in het verleden en dan in het bijzonder aan onze ouders. Wij wijzen op de reling en roepen: ‘Kijk, kapitein, daar zijn de tekenen. Het begon toen ik twee jaar oud was, toen mijn ouders gingen scheiden. Vanaf dat moment heb ik mijn vertrouwen verloren.’ En de kapitein kijkt en knikt en vraagt zich af waarom toch ‘dat zwaard’ steeds weer verloren wordt. Waarom is het nu al duizenden keren steeds weer op dezelfde manier in het water gevallen? Wat is dat voor een kracht die sterker is dan alle mogelijkheid tot herkansing die moment na moment wordt geboden?
De oosterse boeddhist zegt: ‘Die kracht, dat is karma!’ Karma betekent handeling of daad. Het is het patroon dat zich aan de hand van invloeden van buitenaf openbaart en dat ‘ik’ zegt en waant dat het iets is. Karma manifesteert zich in de jeugd, het manifesteert zich in de puberteit, in de volwassenheid en in de ouderdom, steeds in de gedaante die past bij die periode. En karma blijft zich manifesteren en blijft zich in stand houden met hetgeen zich voordoet, totdat het gezien en doorzien wordt en het oplost in het volledige bewustzijn. Dan worden, zoals Longchenpa dat zo prachtig verwoordt: de objecten van begeerte ornamenten van het werkelijkheidsveld. En dan ook blijkt dat er niets verloren is en dat al deze ervaringen, en zelfs het lijden, een verrijking zijn van de werkelijkheid.

Ik hecht niet aan de term karma. Dat is een technische term die je door een andere kunt vervangen, zoals conditioneringspatroon of neurotische stoornis of karakterstructuur of ‘ik’. Waar het mij om gaat is dat ik het geloof (want het is een geloof) niet deel dat het psychisch lijden van de mens het gevolg is van ervaringen uit de kindertijd.

Ik heb sinds mijn 23e jaar verschillende vormen van therapie doorlopen en ik heb daarin regelmatig pijnlijke kinderervaringen doorleefd, maar altijd weer mondden die ervaringen uit in het besef van schuldloosheid, van oorzaakloosheid, en ook van dankbaarheid. Het kwam wat mij betreft altijd neer op vergeving – het teruggeven van het gebeurde (van mijn herinneringen, mijn opvattingen) aan het leven, aan de grotere Werkelijkheid.

Mij, wat ik mij noem, laten oplossen.
Mij laten oplossen in de vergeving. En deelgenoot zijn aan de herschepping die plaatsvindt wanneer de leegte niet meer wordt gevuld met ideeën en voorstellingen over verleden en toekomst.

(wordt vervolgd)

 

Geplaatst in Hans' weblog
5 reacties op “Domheid en narcisme (4)
  1. Paul schreef:

    Dank je Hans!
    Raak!
    Het wordt pas helder als je het ziet!
    Je schijnt licht op dat wat nooit in het duister was… als je je afwendt van het licht zie je schaduw.. draai om en er is verlichting ❤️

  2. Ineke schreef:

    Ja kan ik mij helemaal in vinden
    Ook de inspiratie is dan puur

  3. Tine Hoitsma schreef:

    Nog een keer gezegd en gelezen en gehoord!
    Steeds weer herinnerd worden!
    Dank je wel!

  4. janneke Blijdorp schreef:

    Een hele mooie serie over domheid en narcisme Hans. En het beeld van de Samoerai op het schip is treffend.

    Domheid, ofwel onwetendheid zoals Longchempa het ook wel zegt, is de bron van lijden in het nu. Onwetendheid over mijn ware aard.
    Ik ben niet schuldig, ik mag deelgenoot zijn aan de herschepping die plaats vindt wanneer de leegte niet opgevuld wordt met voorstellingen van welke aard dan ook. Ik mag wonen in de ruimte van het Zijn achter, voorbij het denken.
    Dank je wel opnieuw voor deze handreiking en herinnering.

  5. Trees Rooijendijk schreef:

    Deze tekst is mij uit het hart gegrepen. Zo kijk ik naar mijn leven zowel naar het verleden als naar het heden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*