Levenskracht en besef (3)

Ik was 24 en zat in Rotterdam in de auto met Reinoud, een man die ik zeer respecteerde. Ik was sinds een jaar bij hem in behandeling, hij was psychiater, maar ik was hem inmiddels als meer dan dat gaan beschouwen, meer als een geestelijk leraar dan als een arts. Reinoud had mij na ons wekelijkse gesprek gevraagd of ik hem naar het ziekenhuis wilde brengen, waar hij die middag dienst had. Hij bezat zelf geen auto en toen ik ernaar vroeg zei hij dat hij ook geen rijbewijs had. Ik zag dat als een extra bewijs van zijn zuiverheid – voor hem geen ronkende motoren en uitlaatgassen.
Ik ronkte dus met hem door Rotterdam en terwijl ik een groot kruispunt overstak, meer een soort plein, waar van alle kanten verkeer samenkwam, zei Reinoud peinzend, alsof hij voor het eerst in een auto zat: ‘Het is toch een wonder dat al die auto’s zomaar kunnen rijden zonder op elkaar te botsen.’
Ik vond dat nogal een naïeve opmerking. Natuurlijk botsten we niet de hele tijd op elkaar, om ongelukken te voorkomen leerden we immers verkeersregels en hadden we verkeersborden en stoplichten. Ik dacht het, maar ik zei het niet. Ik hield mijn gedachten voor mijzelf omdat ik meende te begrijpen dat zijn opmerking voortkwam uit een hoger besef dan het mijne en dat het waarschijnlijk een les was, speciaal bedoeld voor mij, zoals zen-leraren en sjamanen die aan hun gevorderde leerlingen geven.
Ik vroeg mij af: wat ziet hij, hoe ziet hij de wereld, ziet hij echt Eenheid in alles wat er gebeurt? Want dat laatste leek mij de diepe les die mij werd aangeboden: dat wij mensen in alles wat wij deden ons ín God bevonden.
Een les van Eenheid, die ik wel met mijn hoofd beaamde, maar die ik in mijn dagelijkse praktijk niet wist te realiseren. Zou hij werkelijk in alles Gods hand zien? En zou hij het niet alleen zien, maar zou hij er ook naar leven?

Als Reinoud mij inderdaad als een zen-leraar een koan wilde aanreiken om mij de voortdurende behoeding waarin we zijn opgenomen te laten beseffen (ik probeer het in zijn taal te zeggen), dan is hij daarin geslaagd. Hij is bijna 40 jaar geleden overleden, maar zijn woorden in dat Fiatje op dat grote plein in Rotterdam klinken nog steeds in mij.
Het houdt mij nu niet meer bezig of hij het meende en of hij er naar leefde, wat weet ik daarvan en het doet er ook niet toe, want ik zoek geen voorbeelden meer. Ik herinner mij de woorden en ik ben hem dankbaar voor wat hij tegen mij zei toen ik zo jong was, de vele lessen die hij mij meegaf.

Ik ben oud geworden en ik ervaar nu zelf het wonder. Het wonder van verbonden te zijn voorbij de grenzen van persoonlijk bewustzijn. Het wonder dat ik ben opgenomen in een groter patroon, waarin ik mijn plaats inneem, terwijl ik toch ook stuur en afrem en gas geef.
Ja, ik ben opgenomen in dit wat vanzelf gebeurt en waarover ik geen macht heb en toch ben ik tegelijkertijd hierin aanwezig, om mij heen kijkend, sturend, nu eens afremmend, dan weer versnellend. Ik ben deel van dit weefsel en ik sta op mijzelf in mijn keuzes, in het volgen van mijn weg – niet het een of het ander, het is beide.

*

Dit alles nadat ik vanochtend ontwaakte met de woorden in mijn hoofd: De eenheid is niet het wonder, het wonder is de oneindige variëteit van eenheid. Dat is het grote mysterie. Ik heb wel vaker van dat soort niet-beeldende dromen, alsof een goede oude vriend met wie ik de nacht heb doorgehaald mij vlak voor het ontwaken nog snel iets naroept – een boodschap voor onderweg.
Dank je wel, goede oude vriend, je slaat de spijker op de kop, maar ik was het weer even vergeten. Ik kan als excuus aanvoeren dat de laatste dagen moeilijk waren. Mijn vrouw, Hanneke, was gramstorig verloren in zichzelf en ik trok de kar door de modder.
Dan weet ik wel dat het licht achter alles schijnt, dat besef is er, maar er is toch een kloof tussen het besef en de dagelijkse werkelijkheid van het harde werken, de routine, het alleen en zonder wederzijdsheid zijn in de dagelijkse dingen. Dankzij je woorden, goede oude vriend, die je mij in de blootheid van de nacht toevoegt, ervaar ik weer heel het spectrum en dat het zwart en het grijs onlosmakelijk deel uitmaken van deze manifestatie van eenheid. Alle kleuren van de pauwenstaart en dus ook de kleuren die niet mijn lievelingskleuren zijn. Daarin zijn, daarin volop leven. Dát is het wonder.

Dat er dus ook die stem is die mij helpt herinneren, de stem van Reinoud, de stem van mijn vrienden, overdag en in de nacht. Dat eenheid stem gekregen heeft en krijgt en dat ik luisterend naar die stem in mijn voertuig rijd, mijn oude voertuig, door de herfst, door regen en door zonneschijn.
En dat ik daarin ook een beetje stuur en een beetje rem en zie: wat een wonder dat dit alles naast elkaar kan bestaan!

Zo kon ik in goede gemoede, zonder veel paniek van haar kant, Hanneke vanochtend bij het opstaan van top tot teen verschonen. Schoon ondergoed, schone kleren, sokken, haren, speldjes. Zij vindt het vreselijk, eigenlijk iedere wrijving doet haar pijn, maar we bleven in de kou, met al die bandjes en pijpen en mouwen, de trilling van het moment volgen. We staken het grote plein over, voor de zoveelste keer, zij in haar voertuig, ik in mijn voertuig. In de oneindige variëteit van eenheid.

(wordt misschien vervolgd)

Geplaatst in Hans' weblog
12 reacties op “Levenskracht en besef (3)
  1. Annelies Bossink schreef:

    Lieve Hans en Hanneke,

    “Alle kleuren van de pauwenstaart en dus ook de kleuren die niet mijn lievelingskleuren zijn. Daarin zijn, daarin volop leven. Dát is het wonder.”

    Mijn broertje Nico is overleden, op maandag 3 oktober.
    Hij was 64 jaar en had sinds 2017 zijn diagnose, meneer Alzheimer had zijn intrede gedaan.
    Sinds begin 2019 is hij opgenomen in een verpleeghuis omdat het thuis niet meer ging.
    De onrust en agressie namen de overhand en mijn schoonzusje Janneke, die zijn rots in de branding was,
    kon het niet meer handelen, nadat hij een buurman een paar flinke opdonders had verkocht en op het politiebureau belandde. Mijn broertje was ook Janneke fysiek de baas met zijn ruim 90 kilo.
    Janneke bleef hem trouw bezoeken, kwam iedere avond om hem te scheren, even samen te zijn en hem naar bed te brengen. Ook voor haar jaren van steeds een stukje meer alleen en inleveren van wederzijdsheid.

    De laatste drie dagen en nachten van ons leven ben ik weer samen met mijn broertje geweest.
    Ik heb mogen delen in het alleen en zonder wederzijdsheid zijn. Op twee ogenblikken na.
    Een moment vlak na mijn aankomst. Één oog ging open, ik boog in zijn blikveld en vertelde hem dat ik bij hem bleef en niet meer weg zou gaan. Ik kreeg een kus en…hij was weer vertrokken in zijn eigen wereld, diepe slaap, Verweggistan……x
    De volgende dag één moment met twee open ogen: en een heel lief en zacht verbaasd “halloooo”.
    En weer terug in niemandsland waar zijn lichaam hevig transpirerend en zwaar ademend aan het strijden was.
    Na een uur of twee veranderde er iets. Na een korte maar hevige versnelling brak er een andere fase aan.
    De strijd was weg, er ontstond rust….mijn schoonzusje kwam en ging, de zorg was warm betrokken en gericht op het zorgen voor maximaal comfort.
    En dan waren we weer samen, ieder in eigen proces, samen zijn en samen ademen, leven tijdens het sterven.
    Tot aan de laatste adem toe.
    Jouw woorden “in de oneindige variëteit van eenheid” geven weer waar ik nog geen woorden aan kon geven!

    Dankjewel allebei, voor de rakende blogs en openheid over het Leven en soms over-leven.

    Liefs, Annelies

  2. Marieke schreef:

    Beste Hans, je woorden stromen recht mijn hart in. Over de kloof tussen besef en de dagelijkse werkelijkheid.
    Ik kan me zo verweesd en verloren voelen als in mij de dag en de dingen niet meer verbonden voelen met de Eenheid, het geheel of wat jij zo mooi het weefsel noemt. Dan weet ik niet meer goed wat er toe doet. Je woorden brengen me direct terug in het nu, de ervaring dat het persoonlijke en het universele een zijn. Dank

  3. myriam kuyper schreef:

    Al lezend raakte ik steeds meer ontroerd, maar toen ik de allerlaatste regel las, schoot ik helemaal vol.
    Hoe het je lukt nooit sentimenteel te worden, weerbarstig te blijven , waardoor je overgave nog meer indruk maakt. Overgave aan de oneindige variëteit van de eenheid ..myriam

  4. Mieke schreef:

    En door de lichtende schoonheid van je woorden heen is ook de opgave voelbaar. Jij ziet het niet zo, steeds in het moment zijnde, maar toch ook …. de werkelijkheid zonder wederzijdsheid, aldoor …

  5. Cm Barendregt schreef:

    Wat een ongelooflijk mooie woorden Hans , dank je wel >

  6. Tine Hoitsma schreef:

    Ik dank god en ik dank jou voor weer zo’n “volle” blog met inspiratie!
    Dank je wel!

  7. Janneke schreef:

    Niet alle kleuren zijn lievelingskleuren…maar ze zijn wel onderdeel van het palet van Eenheid. de grote verscheidenheid van Eenheid.
    Mooi Hans!

  8. Johanna van Fessem schreef:

    ‘We staken het grote plein over, voor de zoveelste keer, zij in haar voertuig, ik in mijn voertuig. In de oneindige varieteit van eenheid.’
    Wat een mooie, ware zin.
    Ik denk dikwijls aan jullie.

  9. Josine schreef:

    Dank Hans, Soms heb ik een vraag en ik weet dan niet aan wie ik die kan en zal stellen, dan wacht ik af. Meestal komt het antwoord “ergens vandaan”, daar kan ik op vertrouwen. Ditmaal komt het via jouw over- pijn-zingen en inzicht over eenheid en diversiteit. Over remmen en gasgeven binnen die eenheid.
    Ik ga mijn vraag hier niet herhalen ik heb het antwoord voor nu begrepen, en daar ging het om.
    Josine

  10. Hanna schreef:

    Zo mooi en zo helder en zo nabij.
    Het alleen en zonder wederzijdsheid zijn in de dagelijkse dingen, dat die ‘kleur’ ook bij de eenheid hoort, het helpt mij zeer dat je dat opschrijft. Dank.

Laat een antwoord achter aan Martha Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*