Lichtjes in de boom

Lang geleden, when we were very young, werkte ik in een kliniek met een psycholoog, een aardige intelligente kerel, die op een voorzichtige manier geïnteresseerd was in alternatieve therapeutische benaderingen. Hij hoorde nergens bij, fanatisme was hem vreemd en hij had een prettig soort relativerende humor. Soms wanneer we het pand om 5 uur aan het eind van onze dienst verlieten, keerde hij zich bij de voordeur om en riep met luide stem, zodat het tot boven aan toe te horen was: ‘De genezing gaat nu naar huis.’ Dat was niet zomaar een grap, het was ook een erkenning van de beperktheid van de behandelaars. Zoiets was absoluut niet gebruikelijk in die kliniek, waar de psychiaters goden waren en de psychologen halfgoden.

We bleven soms napraten over boeken en over hetgeen er die dag was gebeurd. Gaandeweg ontwikkelde zich een onnadrukkelijke mentor-leerling verhouding. Ik vermoed dat hij mij op zijn behoedzame wijze wilde helpen mijn talenten meer effectief te benutten. We spraken over de patiënten en hoe hij vond dat ik met hen omging, over de timing van interventies, van confrontaties, over distantie zonder verlies van contact. Soms vertelde hij iets over zichzelf, over zijn opleiding, alles binnen de kaders van het vak.

Zo vertelde hij mij een keer dat hij een jaar of vijf zo’n drie keer per week op de bank had gelegen bij een psychoanalyticus. Ik vond dat heel lang, ik was zelf net twee jaar in therapie geweest en had dat ervaren als een stormachtige periode, waarin ik binnenstebuiten was gekeerd. Ik voelde mij schoon geschrobd en herboren. ‘Pfoe,’ zei ik, ‘dat was zeker wel heel ingrijpend.’ Maar dat was toch niet het geval geweest. ‘Het was eigenlijk vooral theoretisch,’ zei hij, ‘persoonlijk heb ik er niet veel aan gehad en ik ben er ook niet door veranderd.’ Hij voegde eraan toe: ‘Het enige wat het mij eigenlijk heeft opgeleverd, is dat ik nu ga plassen als ik moet plassen. Ik stel het niet meer uit. Dat heb ik geleerd.’ Ik moest lachen. Ik vond het een magere oogst, maar dat was hij niet met mij eens. ‘Zoiets doortrekt je hele leven. Ga maar na hoe vaak je per dag moet plassen. In die zin ben ik een ander mens geworden.’

Daar viel iets voor te zeggen. Iedere deconditionering is een lichtje aan de boom.

(wordt vervolgd)

Geplaatst in Hans' weblog
5 reacties op “Lichtjes in de boom
  1. Francoise van Heiningen schreef:

    Ha, wat mooi! Ik ben tegenwoordig ook verheugd als mijn clienten gewoon gaan plassen als ze moeten plassen (en als ik zelf ga plassen als ik moet plassen) Dank voor je mooie stukjes. Een “oud” itip-er (en haptotherapeut)

  2. An van Dijk (Hanna) schreef:

    Moest lachen om dat verhaal, – en het lesje erin – maar ik dacht: het zal wel op meer punten zo zijn gegaan met die psycholoog. Meer momenten waarop hij deed wat hij wilde doen, zichzelf bleef. Maar ja, ook al sloeg het alleen op dat plassen, natuurlijk was het een lichtje aan de boom! Op 2 manieren verlichtend !

  3. Grietje schreef:

    Glimlach. Mooi!

  4. Jeannette schreef:

    Leren luisteren naar je lichaam is zeker een lichtje waard. Bedankt Hans.

  5. Catherina Hofman schreef:

    En Hanneke heeft heel veel lichtjes in de boom.
    Mooi!

Laat een antwoord achter aan An van Dijk (Hanna) Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*