In de bus

We rijden in een bus op een hobbelige weg door de bergen. Het is een smalle weg langs een diep ravijn. Als je omlaag kijkt – maar wie doet dat? – zie je geen grond, geen bodem. Er zijn plotselinge scherpe bochten, mogelijk met tegenliggers. De chauffeur blijft maar doorjakkeren en het is de vraag of hij de weg weet. Heeft hij trouwens wel zijn rijbewijs gehaald? Dus klamp je je vast aan het houvast dat in de bus is ingebouwd – de stangen, handgrepen en lussen die ervoor zorgen dat je voorlopig staande kunt blijven. Hoelang nog?

Het is een beeld van het menselijk bestaan, zoals dat vaak in dromen wordt verbeeld. De peilloze diepte, die we naast en onder ons weten, die we weten en liever niet willen weten. De bus als een collectief vervoerssysteem, waarin we ‘met elkaar’ (zoals bestuurders en politici zo graag zeggen) voortrazen naar een doel, maar welk ook al weer? Of is het jakkeren zelf het doel geworden? De collectiviteit waarbinnen we ons vastklampen aan de zekerheden die door de maatschappij worden geboden, ook al weten we eigenlijk wel dat die zekerheden alleen maar enig houvast bieden binnen het systeem. Wanneer het systeem in botsing komt met een ander systeem, wanneer we uit de bus worden geslingerd of wanneer het systeem wegglijdt in de oneindige afgrond, beschermen al die ingebouwde zekerheden je niet meer.
Moet er niet iets fundamenteel veranderen, collectief en individueel? Maar wat dan? Moeten we zelf aan het stuur gaan zitten, moeten we stop roepen, moeten we de bus verlaten, moeten we ons niet meer vastklampen aan de schijnzekerheden binnen deze voortrazende collectiviteit? Maar wat dan? Of is het bestaan nu eenmaal zo? Het menselijk bestaan. Het menselijk parket.
Maar dan nog, doen we er wel goed aan de blik af te wenden van die oneindige diepte, die oneindige leegte? Of is dat juist het beste wat we kunnen doen, het meest menselijke: in het volle besef van onmacht, van een dwarrelend blad te zijn in een oneindig woud, ons beheerst en fatsoenlijk gedragen? Is ons bestaan niet eigenlijk voltooid wanneer de tijd van groei en beloftes voorbij is?
Vragen, vragen, vragen.

De komende weken hoop ik hierover te kunnen schrijven. Ik heb aan dit soort vragen natuurlijk in mijn boeken, artikelen en later in mijn weblog veel aandacht besteed, maar ik wil er nu graag nog een keer gebundeld op ingaan. Niet alleen op een persoonlijke, autobiografische manier, maar ook en vooral vanuit de kijk die ik heb.
Het laat zich aanzien dat ik er nu de tijd voor heb. Na een periode van ziekte en daarna een ingrijpende verhuizing heb ik nu een aantal open weken voor mij. Ik heb er zin in.

(wordt vervolgd)

 

 

Geplaatst in Hans' weblog
5 comments on “In de bus
  1. Inge Prevoo schreef:

    Oef Hans,
    Mijn hart gaat zo veel harder kloppen nu ik je stuk lees…
    Ja zolang de houvast dichtbij wegvalt, lijkt er nog invloed mogelijk.
    Nu wordt het anders…..stuurlozer,
    Zo herkenbaar…..
    Ik voel me gezien
    en kijk uit naar jouw overwegingen.
    Wakker zijn en wat doe je dan?

  2. janneke Blijdorp schreef:

    Vooral fijn om lezen dat je na weken van hectiek, nu weer de rust hebt hervonden om te schrijven.

    Met het volle bewustzijn in de afgrond kijken, beseffen dat er geen enkel houvast is en geen enkel systeem of leider van buitenaf behoeding biedt. Het is afgrijselijk en het is bevrijding. Elke keer weer.

    Ik kijk zeer uit naar je artikelen Hans.

  3. Ineke schreef:

    Mooi vooruitzicht
    Fijn het delen van alle onzekerheid en loslaten
    Succes

  4. Grietje schreef:

    Ik heb er ook zin in :-).

  5. Wouter schreef:

    Mooi beeld
    De bus, de afgrond.
    Vastgrijpen of juist de afgrond in.
    En dan…
    Als we wakker zijn,
    want doen we dan.
    Veel inspiritatie wens ik je toe, Hans

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*